4.
Het drukgevoelige scherm gebruikt u voor input en de weergave van de
statusinformatie voor kopieer-, scan- en faxbewerkingen.
B
EDIENINGSPANELEN
De twee bedieningspanelen, één op de scanner en één op de printer, vullen elkaar aan en
functioneren als onderdelen van het totale MFP. Het bedieningspaneel van de printer is
hoofdzakelijk gericht op bediening en status van de afdrukfunctie terwijl het
bedieningspaneel van de scanner is gericht op bediening en status van de kopieer-, scan-
en faxfuncties.
OPMERKING
Voor meer gebruiksgemak kan het bedieningspaneel van de printer maximaal
90° omhoog worden gekanteld.
B
EDIENINGSPANEEL VAN DE PRINTER
2
1
3
1.
Knop Shutdown/Restart (Afsluiten/Opnieuw starten)
Druk deze knop in en houd hem ingedrukt om af te sluiten. Vervolgens kunt u
nogmaals op deze knop drukken om de printer opnieuw te starten of de printer
uitschakelen met de Aan/uit-knop.
2.
Indicatielampje Ready
Aan: gereed voor afdrukken
Knippert: afdrukgegevens worden verwerkt
Uitgeschakeld: er kunnen geen gegevens worden ontvangen (offline)
3.
Indicatielampje Attention
Uitgeschakeld: functioneert normaal
Knippert: fout(en), maar afdrukken kan worden voortgezet
Aan: fout(en), afdrukken kan niet worden voortgezet
4.
LCD-scherm
Hier worden de status en de instellingen van de printer weergegeven, plus Help-
informatie voor de gebruiker in de ingestelde taal.
5.
Menuknoppen.
U gebruikt deze vier knoppen (Enter, pijl-omhoog, pijl-omlaag, terug) om waarden in
te stellen in een menusysteem voor het bedienen van de printer. Deze instellingen
kunnen worden vervangen door de instellingen die u in de toepassingssoftware
maakt.
4
8
Kennismaking met het product > 15
5
6
7