Telefoonboek
Algemeen
Het telefoonboek beheert de namen en de telefoonnummers van uw gespreks-
partners en wordt hiermee uw persoonlijk telefoonboek. Er kunnen max. 100 tele-
foonnummers worden opgeslagen. Een invoer bestaat uit de naam (zoekbegrip) en
het telefoonnummer. De naam moet met een letter beginnen. Het telefoonnummer
moet met het netnummer beginnen, waardoor later bij een ontvangen telefoon-
nummer de overeenkomstige naam uit het telefoonboek kan worden weergegeven.
Alle ingevoerde gegevens worden alfabetisch gesorteerd.
U heeft de mogelijkheid om aan een invoer een individueel belsignaal toe te kennen
(zie pagina 69 "Individueel belsignaal") of een individuele meldtekst (zie pagina 37
"Individuele meldtekst"). Indien het telefoonnummer van deze desbetreffende invoer
wordt ontvangen, hoort u het individueel belsignaal uit de luidspreker van de tiptel
540 SD of de desbetreffende gesprekspartner hoort de speciaal voor hem/haar
bestemde individuele meldtekst.
Gegevens ingeven en opslaan
De toets Tweede functie indrukken.
Pijltjestoets (naar beneden) indruk-
ken.
Telefoonboek
In het display verschijnt het pictogram
voor een tweede functie.
Het display geeft het invoerveld voor de
naam en het telefoonnummer weer. De
cursor staat in het naamveld.
32