Uitleg bij het bedieningspaneel
Bedieningspaneel
A
Hiermee schakelt u de printer in en uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact als het aan/uit-lampje uit staat.
B
Hiermee wordt het startscherm weergegeven.
C
Hiermee wordt het scherm Papierinstelling weergegeven. U kunt voor elke papierbron de instellingen voor
papierformaat en papiersoort selecteren.
D
Hiermee stopt u de actieve bewerking.
E
Dit is van toepassing op verschillende functies, afhankelijk van de situatie.
F
Gebruik de knoppen
bevestigen of de geselecteerde functie te starten.
G
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
H
Dit knippert wanneer gegevens worden verwerkt.
Het gaat branden wanneer er taken in de wachtrij staan.
I
Dit knippert of brandt wanneer er een fout is opgetreden.
>
Bedieningspaneel
l u r d
om de items te selecteren en druk vervolgens op de knop OK om uw keuze te
25