6. Laat het toestel op volle toeren draaien tot
het volledig gestabiliseerd is en controleer
%CO2 opnieuw. Indien nodig de gasklep
verder afstellen alvorens verder te gaan.
7. Draai de schroef in het testpunt voor de
uitlaatdruk van de gasklep los en bevestig de
manometer voor het lage bereik. Let op, de
offset is een vacuümmeting.
C
Uitlaattestpunt
Inlaattestpunt
Gasdruktestpunten voor PREEVA Neos 25-70
Uitlaattestpunt
Inlaattestpunt
Gasdruktestpunten voor PREEVA Neos 100
Om laag vuur in te stellen, stel de thermostaat
in op minimum warmte (1V):-
• Stel de offsetschroef in om de nominale
offsetdruk te verkrijgen +/- 1 Pa modellen
25-70 en +/- 0.5 Pa model 100 (zie
Verbrandingsgegevens voor details).
• Observeer de CO/CO2-metingen en stel de
offsetschroef zo nodig bij om het nominale
%CO2 bij lage temperatuur te verkrijgen (+/-
0,1%CO2).
• Zet de verwarming terug op hoog vuur
(10V) en controleer opnieuw het hoog vuur
%CO2-waarde. Voer indien nodig de laatste
afstellingen aan de gasklep uit.
• Maak de drukmeters los en draai de
schroeven in de testpunten van de gasklep
Page No 28 of 52 Reznor, PREEVA Neos, Installatie Handleiding, NL 2022-02, D301317 Iss 1
vast.
• Verwijder de warmtevraag en laat de
verwarming uitschakelen.
Sluit de thermostaat weer aan als deze is
omzeild. voor inbedrijfstelling.
Inbedrijfstelling - overdracht
Na een volledige en bevredigende voltooiing
van de inbedrijfstelling moet een verslag van de
inbedrijfstellingsgegevens worden achtergelaten
bij de persoon die voor het verwarmingssysteem
verantwoordelijk is. De inbedrijfsteller moet
ervoor zorgen dat de gebruiker vertrouwd
wordt gemaakt met het veilige en efficiënte
gebruik van het verwarmingssysteem, waarbij
hij de functie van alle bedieningsorganen en
hoofdonderdelen moet uitleggen.
De gebruiker moet in het bijzonder op de
hoogte worden gebracht van het volgende: -
(i) Informatie over verlichting, uitschakeling en
werking.
(ii) Veiligheidsvoorzieningen, gegevensplaatje en
etikettering.
(iii) De noodzaak van regelmatige inspectie -
vooral als het verwarmingssysteem zich in een
veeleisende omgeving bevindt - en de noodzaak
van regelmatig onderhoud, uitgevoerd door een
persoon met de vereiste kwalificaties.
Operatie
Het toestel heeft een 0-10VDC signaal nodig
om de brander te regelen. Een waarde >
1.0VDC geeft aan dat er warmtevraag is en de
verbrandingsventilator zal de pre-purge starten.
Voor een ontstekingspoging vertraagt
de verbrandingsventilator tot het
ontstekingstempo. Als de ontstekingssnelheid
bereikt is zal de brander een ontstekingspoging
doen.
Als de ontsteking niet succesvol is zal er nog
een spoeling gevolgd worden door ontsteking.
Het totaal aantal ontstekingspogingen voor
vergrendeling is 3.