De oriëntatienauwkeurigheid instellen
Zo selecteert u een 4-, 9-, 12- of 20-punts oriëntatieprocedure vanaf het Windows-systeemvak of
Mac-dock:
1. Druk op het SMART Board-pictogram.
2. Druk op Configuratiescherm.
3. Druk op de knop SMART Board-instellingen.
4. Selecteer het juiste interactieve whiteboard als u meerdere SMART-producten aangesloten
hebt.
5. Selecteer Instellingen voor afdrukstand (oriëntatie) en uitlijning in de vervolgkeuzelijst.
6. Selecteer de gewenste oriëntatie-instelling en druk op OK.
NB: U moet na de oriëntatienauwkeurigheid te hebben gewijzigd de oriëntatieprocedure uitvoeren
voordat de wijzigingen geactiveerd worden.
Verbinding maken met een gastlaptop
U kunt eenvoudig de USB-kabel van de vaste computer loskoppelen en deze aansluiten op de
laptop als u een gastlaptop wilt aansluiten zonder de SMART Board-software erop te installeren. U
zult onmiddellijk de aanraakbesturing over het interactieve whiteboard hebben. U zult echter een
videokabel tussen de laptop en de projector moeten aansluiten.
Opmerkingen
•
Bij deze opzet zal het controlelampje Gereed op het interactieve whiteboard voortdurend
knipperen. Dit is normaal. Zie voor meer informatie over de statussen van het gereedlampje
pagina 36.
•
U hoeft een seriële RS-232-kabel of een draadloze Bluetooth-verbinding niet los te koppelen
als het interactieve whiteboard daarmee is aangesloten. De USB-kabelverbinding naar de
gaslaptop schakelt de verbinding van de uitbreidingsmodule uit.
Meerdere interactieve SMART-producten aansluiten
U kunt meerdere interactieve producten op één computer aansluiten. U kunt bijvoorbeeld twee
SMART Board-interactieve whiteboards op één computer aansluiten en aanraakbesturing hebben
over het ene of het andere interactieve whiteboard.
NB: Als u meer dan één frontprojecterende SMART Board-interactieve whiteboards gebruikt dan
hebt u voor iedere unit een een projector nodig.
U moet de SMART Board-software configureren nadat u uw apparatuur hebt opgesteld.
Ten eerste neemt u een besluit over hoe u de schermen wilt laten samenwerken.
•
U kunt op alle producten hetzelfde bureaublad weergeven waardoor mensen op diverse
locaties dezelfde afbeelding zien. Om dit effect te bereiken, kunt u de projectoren doorlussen
of een distributieversterker gebruiken om het videosignaal van de computer naar meerdere
schermen of projectoren te verzenden.
•
U kunt ook verschillende overzichten van hetzelfde bureaublad over de interactieve producten
laten zien. Met deze optie hebt u de flexibiliteit om één venster op elk scherm te openen of één
toepassing op te splitsen over meerdere schermen. U moet het videosignaal van de computer
naar ieder scherm of projector verzenden om dit in te stellen. Uw installatie moet hiervoor een
van de volgende artikelen bevatten:
–
een aparte videokaart in uw computer voor elke projector of elk scherm;
–
een videokaart die het videosignaal opsplitst en deze naar meerdere schermen verstuurd;
–
een videodistributieversterker tussen de computer en de projectoren of schermen.
30
Het interactieve whiteboard met een computer verbinden