uiteinde van de leiding wanneer de leiding
door een muur gevoerd wordt om te
voorkomen dat stof en vuil de leiding
binnendringen.
Om de verbinding te kunnen uitvoeren, moeten de
aanvoer- en vloeistofleidingen direct op de leidingen
van de externe condensor gelast worden. Voor de
correcte diameter van de leidingen, verwijzen wij u naar
de bij de eenheid verschafte maattekening.
Zorg ervoor dat de leidingen tijdens het
solderen/lassen geen stikstof bevatten zodat ze tegen
roet beschermd worden.
Afdichting en vacuümtest
De door een moto aangedreven verdampers zijn al in
de fabriek op lekken gecontroleerd.
Nadat de leidingen zijn aangesloten moet opnieuw een
lektest worden uitgevoerd.
De lucht in het koelcircuit moet afgevoerd worden op
een waarde van 4 mbar absolute druk, met behulp van
de
vacuümpompen.
De lucht niet verwijderen met de koelmiddelen.
Gebruik een vacuümpomp om de lucht uit het systeem
te verwijderen.
Koelmiddelvulling
Voer vóór gebruik een volledige inspectie uit, zoals
beschreven in de paragraaf Vóór het opstarten.
Voer de vereiste procedure en methodes uit die
beschreven worden in paragraaf Vóór het opstarten,
maar start het apparaat niet op.
Vullen met koelmiddel wanneer het apparaat niet in
werking is
Vul het apparaat met de voorziene hoeveelheid
koelmiddel met behulp van de SAE 1/4" conische
afsluiter op het vloeistoffilter.
LET OP: Om schade aan de compressor te voorkomen,
de compressor niet opstarten om het vullen te
versnellen.
Zodra het vullen voltooid is, de vertegenwoordiger van
uw fabrikant vragen om het apparaat voor de eerste
keer op te starten.
Aanpassing van de hoeveelheid koelmiddel met
werkende eenheid.
LET OP: Alleen voor personeel dat bevoegd is om
de eenheid de eerste keer op te starten.
Om de hoeveelheid koelmiddel aan te passen, de 1/4"
SAW conische klep op de vloeistofleiding gebruiken en
ervoor zorgen dat het koelmiddel in vloeibare toestand
bijgevuld wordt.
Voor het aanvullen van de hoeveelheid koelmiddel
moet de compressor op volle belasting (100%) zijn.
Controleren:
De oververhitting, die tussen 3 en 8° Kelvin moet zijn.
De onderkoeling, die tussen 4 en 8° Kelvin moet zijn.
Het kijkglas van de olie. Het peil moet binnen het glas
zijn.
Het doorkijkvenster van de vloeistofleiding moet vol zijn
en mag geen vocht in het koelmiddel aangeven. Als
het doorkijkvenster van de leiding van vloeistofleiding
niet vol is, geleidelijk koelmiddel toevoegen en wachten
tot de werking van de eenheid stabiliseert.
Koelmiddel toevoegen totdat de controleparameters
zich binnen de limieten bevinden.
De eenheid moet tijd hebben om te stabiliseren, wat
betekent dat het bijvullen geleidelijk en continu plaats
moet vinden.
Zie de waarden voor oververhitting en onderkoeling
voor toekomstig gebruik.
LET OP: Zie het betreffende etiket voor de totale
hoeveelheid koelmiddel die in het circuit gebracht moet
worden.
OPMERKING - Let op mogelijke verontreiniging van de
externe condensor om blokkering van het systeem te
voorkomen.
De fabrikant kan de vervuiling van de externe
condensor van de installatie niet op verontreiniging
controleren. Het apparaat heeft een nauwkeurig niveau
van toegestane verontreiniging.
In overeenstemming met de Richtlijn 2006/42/ EG
BIJLAGE II B worden de eenheden genaamd
→
EWLQ090
EWLQ720 gedefinieerd als "quasi-
machines".
De genoemde producten kunnen niet in werking
gesteld worden totdat de uiteindelijke machine
waarin zij opgenomen moeten worden aan de
wettelijke normen voldoen.
Service en beperkte garantie
Alle eenheden worden in de fabriek getest en voor een
bepaalde periode gegarandeerd.
Deze groepen werden ontwikkeld en gebouwd in
naleving van de meest hoogstaande kwalitatieve
standaards, en garanderen jarenlange werking zonder
defecten. Het is echter belangrijk dat correct en
regelmatig onderhoud in overeenstemming met alle in
deze handleiding vermelde procedures en goede
praktijken voor onderhoud van machines verzekerd
wordt.
Wij raden u sterk aan een onderhoudscontract met een
door de fabrikant erkende dienst af te sluiten. De
ervaring en vaardigheid van het personeel kan namelijk
met de tijd een efficiënte werking zonder problemen
garanderen.
Het toestel moet na installatie, en niet alleen vanaf de
datum van opstarten, regelmatig onderworpen worden
aan een passend onderhoudsprogramma.
Wij wijzen u erop dat een onjuist gebruik van de groep,
bijvoorbeeld buiten de werkingslimieten of zonder een
geschikt onderhoud volgens de aanwijzingen vermeld in
deze handleiding, ervoor zorgen dat de garantie niet
geldig is.
Leef de volgende punten na, meer bepaald om de
limieten van de garantie te respecteren:
1. De groep mag niet werken buiten de vastgelegde
limieten
D-EIMWC01206-15NL - 12/22