5. Speciaal gebruik
E
2
Fig. 5-1
A
Fig. 5-2
Fig. 5-3
Afhankelijk van de airconditioner kunnen bepaalde func-
ties niet worden gebruikt.
Controleer of de airconditioner elke functie ondersteunt en
gebruik de airconditioner vervolgens.
D
<Omschakelen naar de speciale gebruiksstand>
(Fig. 5-1, Fig. 5-2)
1. Druk op de toets
• Als de Week-timer ingeschakeld is, druk dan op de toets
2. Druk op de toets
• Het functie-instellingsscherm wordt weergegeven en
1
het functienummer A gaat knipperen.
<De instellingen verzenden> (Fig. 5-1)
• Bij het uitvoeren van elke actie verschijnt
6
display van de afstandsbediening om aan te geven dat
3
u op de toets
4
te verzenden. Richt de draadloze afstandsbediening
op de ontvanger op de binnenunit en druk op de toets
5
de binnenunit piept.
<De speciale gebruiksstand uitzetten> (Fig. 5-1, Fig. 5-2)
1. Druk terwijl het scherm voor elke functie wordt weerge-
geven op de toets
• Het functie-instellingsscherm wordt weergegeven en
het functienummer A gaat knipperen.
2. Druk op de toets
• Het normale scherm verschijnt weer op het display.
5.1. De vaste luchtstroomrichting instellen
(Fig. 5-1, Fig. 5-3, Fig. 5-4)
<De verticale luchtstroomrichting instellen>
1. Druk in het functie-instellingsscherm op de toets
selecteer functienummer 2.
2. Druk op de toets
• Het waaiernummer B gaat knipperen.
3. Druk op de toets
• Raadpleeg de bedieningshandleiding van de binnen-
unit voor informatie over de waaiernummers.
4. Druk op de toets
• De instelling van de luchtstroomrichting C gaat knipperen.
C
5. Druk op de toets
B
waarop u de waaier wilt vastzetten.
Stap 1
Tochtreductie
(Geen weergave)
6. Druk op de toets
Opmerking:
Tochtreductie
De luchtstroomrichting voor deze instelling is meer hori-
zontaal dan die voor de instelling "Step 1" (Stap 1) om het
gevoel van tocht te verminderen. Tochtreductie kan voor
slechts 1 waaier worden ingesteld. De instelling wordt al-
leen ingeschakeld voor de laatst ingestelde waaier.
1 om de airconditioner te stoppen.
2 om de timer uit te schakelen. (
3.
4 moet drukken om de instellingen
4 om de instellingen te verzenden. Verifi eer dat
3 of de toets
3.
4.
6 om het waaiernummer te selecteren.
4.
6 om de luchtstroomrichting te kiezen
Stap 2
Stap 3
Geen
instelling
4 om de instellingen te verzenden.
E verdwijnt.)
D op het
nl
5.
6 en
Stap 4
Stap 5
14