Gebruik het product nooit met één hand.
Klem de handgrepen stevig vast tussen uw duim en overige vingers.
Bedien het gereedschap niet buiten uw bereik; zorg ervoor dat u te allen tijde uw evenwicht bewaart, vooral op hel-
lingen, en zorg ervoor dat u altijd rustig loopt en nooit rent.
Gebruik het gereedschap nooit met defecte beveiligingen of beschermkappen, zonder veiligheidsinrichtingen of als
de kabel beschadigd of versleten is.
Het gereedschap starten
Het accessoire werkt als de accu geplaatst is, de aan/uit LED brandt, en de drukschakelaar en de blokkeringsscha-
kelaar zijn ingeschakeld. Zorg ervoor dat het product juist gepositioneerd is om controleverlies en verwondingsge-
vaar te voorkomen.
Het gereedschap stoppen.
Het maaiaccessoire blijft nog een tijdje draaien nadat de machine is uitgeschakeld.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
1.
Druk eenmaal op de aan/uitknop (A) op de voeding om het
gereedschap in te schakelen.
Aan/uit LED (B) blijft branden als de voeding naar het ge-
reedschap ingeschakeld is.
2.
Houd de drukschakelaarblokkering (C) ingedrukt en druk de
drukschakelaar (D) in om het toerental tot bedrijfssnelheid te
verhogen.
Als de voeding naar het gereedschap ingeschakeld is:
Na een minuut rust schakelt het gereedschap automa-
tisch uit.
Als de LED blijft branden, werkt het gereedschap naar
behoren.
Als de LED eenmaal per seconde knippert, moet de accu
worden opgeladen.
Als de LED viermaal per seconde knippert, is er een sto-
ring in het product. Schakel de voeding naar het gereed-
schap uit. Verwijder de accu. Verwijder vuil rond de
draadkop. Installeer de accu. Schakel de voeding naar
het gereedschap in. Als de LED blijft knipperen, laat het
product repareren door een erkende dealer.
WAARSCHUWING
15
Bediening
BELANGRIJK