[OPNAME] functie:
Door één keer op de sluiterknop te drukken kunt u 3 zwart-wit/standaard/sepia beelden
maken.
Druk verschillende keren op 3 [È] om
[AUTO BRACKET] af te beelden en raak
[DISPLAY] aan.
•
Door [DISPLAY] aan te raken kunt u schakelen tussen
auto bracket en kleur-bracket.
Raak [2]/[1] aan om [
geven.
Raak [EXIT] aan.
•
U kunt ook de ontspanknop tot de helft indrukken om het
menu te sluiten.
Aantekening
•
Wanneer u auto bracket instelt, verschijnt [
instelt, verschijnt [
•
Wanneer u opnamen maakt met auto bracket nadat u het bereik van de
belichtingscompensatie hebt ingesteld, wordt voor de opnamen de gekozen
belichtingscompensatie gebruikt. Wanneer de belichting gecompenseerd is, verschijnt de
waarde van de belichtingscompensatie links onderaan op het scherm.
•
De belichting zou niet gecompenseerd kunnen worden met auto bracket afhankelijk van de
helderheid van het object.
•
De auto bracket/kleurbracketinstelling wordt geannuleerd als u het toestel uitzet of [BATT.
BESP.] geactiveerd is.
•
Wanneer auto bracket/kleurbracket ingesteld is, wordt de automatische overzichtsfunctie
geactiveerd ongeacht de instelling van deze functie. (Het beeld wordt niet vergroot.) U kunt de
automatische overzichtsfunctie niet instellen in het [SET-UP] menu.
•
In sluitervoorrang AE en handmatige belichting wordt auto bracket uitgeschakeld, als u de
sluitertijd instelt op meer dan 1 seconde.
•
[Œ] is ingesteld voor de flits wanneer auto bracket/kleur-bracket ingesteld is.
•
Burst wordt geannuleerd wanneer bracket/kleur-bracket ingesteld is.
•
De laatst ingestelde zal de prioriteit hebben. (auto bracket en kleur-bracket kunnen niet
tegelijk ingesteld worden.)
•
Auto Bracket kan niet gebruikt worden in [TRANSFORMEREN], [PANORAMA ASSIST],
[HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [STERRENHEMEL], [SPELDENPRIK] en
[ZANDSTRAAL] in scènefunctie.
Gevorderd (Opname van beelden)
Kleur-Bracket
³±´²
] op het scherm.
] weer te
] op het scherm, en wanneer u kleur-bracket
- 69 -