1
Druk op [MODE] tijdens afspelen.
A [MODE] knop
2
Raak de functie aan.
∫ Lijst van [AFSPELEN] functies
[NORMAAL AFSP.]
(
Alle beelden worden afgespeeld.
[DIASHOW]
K
De beelden worden teruggespeeld in opeenvolging.
[MEERVOUDIG AFSPELEN]
L
Meervoudige beelden worden afgespeeld op één scherm.
[KALENDER]
Beelden kunnen afgespeeld worden per opgenomen datum.
[DUBBEL AFSP.]
Beelden afspelen op de Dubbele Display
[CATEGOR. AFSP.]
De in categorieën gegroepeerde beelden worden afgespeeld.
[FAVORIET AFSP.]
Ü
Uw favoriete beelden worden afgespeeld.
¢ [FAVORIET AFSP.] kan niet geselecteerd worden als er geen beeld ingesteld is als
[FAVORIETEN].
[EENVOUDIG ORDENEN]
Beelden kunnen bewerkt/gewist worden d.m.v. het aanraakpaneel.
Basiskennis
De [AFSPELEN] functie schakelen
(P46)
(P110)
(P113)
(P114)
(P115)
(P116)
¢
(P117)
(P118)
- 48 -