BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
1. Plug het snoer rechtstreeks in een geaard stopcontact in. Het toestel moet geaard zijn. Wanneer het
in panne valt, volgt de elektrische stroom dankzij de aarding het pad van de minste weerstand om de
kans op een elektrische schok te beperken.
2. Plaats de loopband op een zuiver, vlak oppervlak. Plaats de loopband niet op dik tapijt daar het een
correcte ventilatie verhindert. Plaats de loopband niet in de buurt van water of buiten.
3. Plaats de loopband zo dat de stekker zichtbaar en bereikbaar is.
4. Start nooit de loopband wanneer je op het loopvlak staat. Na het aanschakelen van het toestel en het
aanpassen van de snelheid kan het even duren voor de ben begint te lopen. Sta altijd met je voeten op
de voetrails op de zijkant van het onderstel totdat de ben rolt.
5.Draag aangepaste kledij tijdens het trainen op de loopband. Draag geen lange, losse kledij die in de
loopband verstrikt kan geraken. Draag altijd loopschoenen of sportschoenen met een rubberen zool.
6. Controleer of het snoer aangesloten is en de veiligheidssleutel goed werkt alvorens de loopband te
gebruiken. Steek de veiligheidssleutel in de loopband en bevestig hem met de andere zijde op je kleren
of riem. Zo kan je de veiligheidssleutel onmiddellijk uittrekken in geval van nood.
7. Trek het snoer altijd uit de stekker alvorens de motorkap van de loopband te verwijderen.
8. Zorg ervoor dat er minstens 2x1 m ruimte achter de loopband is.
9. Hou kleine kinderen uit de buurt van de loopband wanneer hij aanstaat.
10. Hou altijd de henen op de hengrepen wanneer je begint te stappen of rennen op de loopband, totdat
je vertrouwd bent met de loopband.
11. Bevestig steeds de clip met de veiligheidskoord aan je kledij wanneer je de loopband gebruikt. Als de
loopband plots versnelt door een elektrische storing of als de snelheid per ongeluk verhoogt, zal de
loopband plots stoppen wanneer de veiligheidspin uit de console getrokken wordt.
12. Wanneer er tijdens de werking een onregelmatigheid plaatsvindt, trek dan de veiligheidssleutel
onmiddellijk uit, grijp de hengrepen vast en spring op de twee zijsteunen. Stap van de loopband wanneer
die stilstaat.
13. Wanneer de loopband niet in gebruik is, moet het snoer uitgetrokken worden en de veiligheidspin
verwijderd.
14. Bewaar de veiligheidssleutel buiten het bereik van kinderen. Minderjarigen moeten bij het gebruik
van de loopband begeleid worden door volwassenen.
15. Alvorens een oefenprogrammama te starten, raadpleeg je arts of sportbegeleider. Hij/zij kan je helpen
bij het bepalen van de frequentie, intensiteit (hartslagzone) en tijdsduur van de training aangepast aan
jouw leeftijd en conditie. Als je pijn voelt of een beklemdheid gevoel in de borst hebt of een onregelmatige
hartslag of als je kortademig bent, je slap of ongemakkelijk voelt tijdens het trainen, STOP
ONMIDDELLIJK en raadpleeg je arts alvorens verder te trainen.
16. Als je enige beschadiging of slijtage vaststelt aan de stekker of enig onderdeel van de stekker, laat
deze onmiddellijk vervangen door een erkende elektricien. Tracht deze niet zelf te vervangen of te
herstellen.
17. Indien het snoer beschadigd is, moet dit vervangen worden door de fabrikant, zijn hersteller of een
- 2 -