B
I
IJLAGE
Parameters van de thermostaat
Besturing van waterinlaattemperatuur/besturing van
wateruitlaattemperatuur
De onderstaande afbeelding geeft het thermostaatschema weer.
c
b
c
a/2
a/2
Instelpunt
De standaardwaarden en de boven- en benedengrenzen van de
thermostaatparameters worden in de onderstaande tabel vermeld.
INLAATBESTURING
Trapverschil - a
(K)
Trapverschil - b
(K)
Trapgrootte - c
(K)
Oplaadtimer
(sec)
Ontlaadtimer
(sec)
Instelpunt
(°C)
(a) kan alleen in het servicemenu worden gewijzigd
UITLAATBESTURING
Trapverschil - a
(K)
Trapverschil - b
(K)
Trapgrootte - c
(K)
Oplaadtimer
(sec)
Ontlaadtimer
(sec)
Instelpunt
(°C)
(a) kan alleen in het servicemenu worden gewijzigd
Als de temperatuur onder het instelpunt ligt, controleert de
thermostaatregeling elke LOADDOWN TIMER.
Afhankelijk van de afwijking tot het instelpunt, is geen actie,
trage ontlading (=–3%) of snelle ontlading (=–7%) vereist.
Als de temperatuur boven het instelpunt ligt, controleert de
thermostaatregeling elke LOADUP TIMER.
Afhankelijk van de afwijking tot het instelpunt, is geen actie,
trage oplading (=+3%) of snelle oplading (=+7%) vereist.
Gebruiksaanwijzing
21
Snelle oplading
Trage oplading
Geen actie
Trage ontlading
Snelle ontlading
c
b
c
Standaard-
Beneden-
waarde
grens
Bovengrens
(a)
0,8
–
(a)
0,5
–
(a)
0,2
–
48
12
24
12
12,0
7,0
Standaard-
Beneden-
waarde
grens
Bovengrens
(a)
0,8
–
(a)
0,5
–
(a)
0,2
–
12
12
12
12
7,0
4,0
B
II
IJLAGE
Werking van het vlottend instelpunt
De onderstaande afbeelding en tabel geven de fabriekswaarde en de
boven- en benedengrens weer voor de parameters van het vlottend
instelpunt op de verdamper.
Max. waarde
5°C
0°C
Vlottend instelpunt
Maximumwaarde
D1
–
(a)
D2
–
–
(a) stijging van de waarde van het vlottend instelpunt voor een daling van 10°C van
de omgevingstemperatuur
300
300
23,0
–
–
–
300
300
16,0
D2
Omgeving
D1
Standaard-
waarde
Benedengrens
3,0
0,0
(°C)
20,0
20,0
(°C)
5,0
0,0
(°C)
EWLD120~540MBYNN
Watergekoelde waterafkoelers zonder condensor
Bovengrens
5,0
43,0
10,0
4PW22687-1B