Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikerspaswoordmenu
Netwerkmenu
Het netwerkmenu biedt nuttige informatie over het netwerk.
Functies van het gebruikersinstelmenu
Selecteren van het gebruikersinstelmenu
Het gebruikersinstelmenu is beschermd door een gebruikers-
paswoord, een getal van vier cijfers tussen
1
Ga naar het
"Toegang krijgen tot een menu" op pagina
De besturing zal om een paswoord vragen.
2
Voer het correcte paswoord in met behulp van de g- en
h-toetsen.
3
Druk op de q-toets om het paswoord te bevestigen en het
gebruikersinstelmenu te selecteren.
De besturing selecteert automatisch het eerste scherm van het
gebruikersinstelmenu.
Instellingen van een bepaalde functie bepalen:
1
Ga
naar
het
overeenkomstige
gebruikersinstelmenu met behulp van de g- en h-toetsen.
2
Plaats met behulp van de q-toets de cursor achter de
parameter die u wenst te wijzigen.
3
Selecteer de gewenste instelling met behulp van de g- en
h-toetsen.
Gebruiksaanwijzing
13
Om de capaciteitsmodus en feedback
van circuit 2 te controleren (alleen voor
EWLD340~540).
Om de status te controleren van de
relais voor de ventilatorsnelheid van
circuit 1.
Om de status te controleren van de
relais voor de ventilatorsnelheid van
circuit 2 (alleen voor EWLD340~540).
Om de status te controleren van de
spanningsvrije contacten van de pomp,
van het alarm en van de verdamper-
verwarmer.
Om de status te controleren van de
veranderlijke relaisuitgang.
Om
het
gebruikerspaswoord
wijzigen.
Om
het
temperatuurinstelling,
gemeenschappelijke waterinlaattempe-
ratuur (inlaatwatertemperatuur van de
master unit) en de gemeenschappelijke
wateruitlaattemperatuur (alleen weer-
gegeven wanneer de modus
L is ingesteld en de als optie
verkrijgbare gemeenschappelijke water-
uitlaatsensor
(R8T)
is
gemonteerd).
Raadpleeg
"Bepalen en inschakelen van
de besturing" op pagina 13
.
Het statusscherm van het netwerkmenu
geeft de toestand weer van de master
unit ( ) en slaafunits (
...
en
.
(Raadpleeg het hoofdstuk
8).
scherm
van
het
4
Druk op de q-toets om de keuze te bevestigen.
Als de selectie bevestigd is, springt de cursor naar de volgende
parameter die nu ook kan worden gewijzigd.
5
Herhaal de stappen vanaf punt 2 om de andere parameters te
wijzigen.
Bepalen en inschakelen van de besturing
De unit is uitgerust met een thermostaat die de koelcapaciteit van de
unit bestuurt. Er zijn drie verschillende besturingsmogelijkheden
voorzien:
manuele
besturingsmodus:
capaciteit -
•
,
uit, laag, medium of hoog.
•
,
0%, 30%~100%.
inlaatbesturing: maakt gebruik van de temperatuur van het
water dat in de verdamper en/of condensor binnenkomt voor het
sturen van de capaciteit van de unit -
uitlaatbesturing: maakt gebruik van de temperatuur van het
water dat de verdamper verlaat voor het sturen van de capaciteit
van de unit -
te
LET OP
Om de manuele besturing in te stellen dient u
te selecteren als huidige werking. Om manuele
besturing op te heffen dient u
de
Bepalen van de thermostaatinstellingen
Wanneer automatische controlemodus werd gekozen, maakt de unit
gebruik van een thermostaat voor het instellen van de koel- of
verwarmingscapaciteit. De thermostaatparameters liggen echter niet
vast en kunnen worden gewijzigd met behulp van het
scherm van het gebruikersinstelmenu.
De standaard-, grens- en trapwaarden van de thermostaat-
parameters worden weergegeven in
).
LET OP
Bepaling van de lead/lag-modus
De lead/lag-modus (opstartvolgorde) bepaalt welk van de beide
circuits het eerst opstart wanneer koelcapaciteit gevraagd wordt.
De lead/lag-parameters zijn:
Automatic: de controller beslist of circuit 1 of circuit 2 het eerst
opstart.
Manual C1>C2: circuit 1 start op voor circuit 2. Als circuit 1
wegens een defect buiten werking is, zal circuit 2 in de plaats
opstarten.
Manual C2>C1: circuit 2 start op voor circuit 1. Als circuit 2
wegens een defect buiten werking is, zal circuit 1 in de plaats
het
opstarten.
de
operator
:
(luchthoeveelheid van circuit 1, 2 bij manuele instelling):
capaciteitstrap van circuit 1, 2 bij manuele werking):
te selecteren als huidige werking.
Bij units in een DICN-configuratie:
Wijzigingen aan de besturing van een van de
units geldt automatisch voor alle andere units.
Manuele besturing kan alleen worden geselec-
teerd bij units met status
"Bijlage I" op pagina
Bij wijziging op een van de units in een DICN-
configuratie geldt deze instelling voor alle andere
units in het netwerk.
In
"Bijlage I" op pagina 21
vindt u een functioneel
schema met de thermostaatparameters.
(enkel voor EWLD340~540)
Watergekoelde waterafkoelers zonder condensor
stuurt
zelf
de
of
.
21.
EWLD120~540MBYNN
4PW22687-1B
Advertenties
Inhoudsopgave
