: in de automatische modus geeft het aantal
uren, vermeld op het scherm, het maximale verschil weer in
uren werking van beide circuits. Deze waarde is belangrijk voor
onderhoudsdoeleinden.
worden, opdat beide circuits niet terzelfdertijd een onderhouds-
beurt nodig zouden hebben, zodat minstens één circuit constant
in werking kan blijven.
De onder- en bovengrenzen zijn respectievelijk 100 en 1000 uur.
De standaardwaarde is 1000 uur.
: indien voor deze parameter
ingesteld, zullen beide circuits afwisselend trachten hun
capaciteit op te voeren.
Indien voor deze parameter
leidende circuit eerst trachten tot zijn volle capaciteit te komen,
vooraleer het volgcircuit kan opstarten.
Bepalen van de capaciteitsbeperking
U kunt tot vier mogelijke capaciteitsbeperkingen configureren in het
scherm.
Een capaciteitsbeperking kan worden geactiveerd:
:
•
raadpleeg
pagina
14.
•
capaciteitsbeperking wordt geconfigureerd.
Raadpleeg "Instellingen op maat in het
LET OP
onderhoudsmenu", hoofdstuk "Instellen van de
veranderlijke digitale inputs en outputs" in de
montagehandleiding.
•
: capaciteitsbeperking 1 activeren.
•
: de capaciteitsbeperking is niet actief.
: capaciteitsbeperking van circuit 1 in het
geval van capaciteitsbeperking 1/2/3/4.
Bepalen van de besturingsinstellingen van de pomp
Het
scherm van het gebruikersinstelmenu laat de
gebruiker toe om de leadtime en lagtime van de pomp te bepalen.
: voor het instellen van de tijdsduur die de pomp
moet draaien voordat de unit (of de compressor in een DICN-
configuratie indien
wordt gestart.
: voor het instellen van de tijdsduur die de pomp
blijft draaien nadat de unit (of de compressor in een DICN-
configuratie indien
uitgeschakeld.
Bepalen van de weektimer
Om de schermen van de weektimer of de vakantieperiode op te
roepen, dient u ze eerst te activeren door de instelling in het
overeenkomstige scherm op
vakantieperiode te deactiveren, dient u de instelling terug te stellen
op . (Raadpleeg
"Gebruikersinstelmenu" op pagina
Het
scherm van het gebruikerinstelmenu laat de
gebruiker toe om de instellingen van de weektimer te bepalen.
Iedere dag van de week kan aan een groep worden toegewezen. De
acties bepaald in een groep worden uitgevoerd op iedere dag die
deel uitmaakt van die groep.
,
,
,
,
,
groep iedere dag van de week behoort ( /
Voor ieder van de vier groepen kunt u tot negen acties instellen,
elk met een eigen timing. Deze acties omvatten ondermeer: de
unit inschakelen (
), de unit uitschakelen (
instellen
(
,
capaciteitsbeperking instellen (
).
EWLD120~540MBYNN
Watergekoelde waterafkoelers zonder condensor
4PW22687-1B
Ze moet voldoende hoog ingesteld
(Yes) wordt
(No) wordt ingesteld, zal het
"Bepalen van de weektimer" op
wanneer een veranderlijke input als
is geselecteerd)
is geselecteerd) is
in te stellen. Om de weektimer of
11.)
en
: voor het bepalen tot welke
/
/
/
), een instelpunt
,
,
)
,
,
,
Behalve deze vier groepen is er ook een vakantiegroep, die u op
dezelfde manier als de andere groepen kunt instellen. U kunt tot
12 vakantieperioden in het
deze periodes zal de weektimer werken met de instellingen van
de vakantiegroep.
LET OP
LET OP
LET OP
Bepalen van de besturing van de dubbele verdamperpomp
Het
gebruiker toe om de besturing van twee verdamperpompen te
bepalen (hiervoor moet een veranderlijke digitale uitgang voor een
tweede verdamperpomp geconfigureerd zijn in het onderhouds-
menu). Raadpleeg de montagehandleiding.
: voor het bepalen van het type van besturing dat wordt
gebruikt voor de twee verdamperpompen. Bij automatische
rotatie moet u tevens het verschil in uren werking invoeren.
•
: pomp 1 en pomp 2 wisselen af volgens het verschil in RH.
•
•
werking tussen de twee pompen. Om over te schakelen tussen
pompen bij automatische rotatie.
Bepalen van de instellingen voor het vlottend instelpunt
Het
de gebruiker toe het actieve instelpunt te wijzigen op basis van de
omgevingstemperatuur. De bron en de instellingen van het vlottend
instelpunt kan door de gebruiker worden geconfigureerd.
: voor het bepalen van de modus van het vlottend
instelpunt.
•
•
omgevingstemperatuur.
het actieve instelpunt kan worden toegevoegd.
: voor het bepalen van de omgeving (bron) waarop de waarde
van het vlottend instelpunt gelijk is aan nul.
: gebruikt om de toename te bepalen van de waarde van het
vlottend instelpunt voor een daling van 10°C in de omgevings-
temperatuur.
LET OP
).
en
een
,
In
"Bijlage III" op pagina 22
schema met de werking van de weektimer.
De unit werkt altijd met de "laatste opdracht". Dit
betekent dat de laatst gegeven opdracht, hetzij
manueel ingevoerd door de gebruiker, hetzij door
weektimer, altijd wordt uitgevoerd.
Voorbeelden van mogelijke opdrachten zijn de unit in-/
uitschakelen of een instelpunt wijzigen.
In het geval van een DICN-netwerk kunt u de
weektimer alleen bepalen op de master unit. In het
geval van een stroomonderbreking in de master unit
blijven de slave units werken met de instellingen van
de weektimer.
scherm van het gebruikerinstelmenu laat de
: pomp 1 zal altijd eerst opstarten.
: pomp 2 zal altijd eerst opstarten.
: voor het bepalen van het verschil in uren
scherm van het gebruikersinstelmenu laat
: vlottend instelpunt is niet geactiveerd.
: vlottend instelpunt is gewijzigd op basis van de
: voor het bepalen van de maximumwaarde die aan
In
"Bijlage II" op pagina 21
schema met de werking van het vlottend instelpunt.
scherm invoeren. In
vindt u een functioneel
vindt u een functioneel
Gebruiksaanwijzing
14