Luchtdruktrend: Hiermee stelt u in hoe het toestel
drukgegevens vastlegt. Altijd opslaan kan handig zijn als u
wacht op weerfronten.
Type plot: Hiermee worden hoogteverschillen vastgelegd
gedurende een bepaalde tijd of over een bepaalde afstand,
of plaatselijke luchtdrukverschillen over een bepaalde
tijdsduur.
Kalibreer hoogtem.: Hiermee kunt de barometrische
hoogtemeter kalibreren als de juiste hoogte of barometerdruk
u bekend is. Zie
De barometrische hoogtemeter kalibreren,
pagina
5.
Instellingen voor positieweergave
OPMERKING: Wijzig de positieweergave of het
coördinatensysteem op basis van kaartdatum alleen als u een
kaart gebruikt die een andere positieweergave voorschrijft.
Selecteer Stel in > Positieweergave.
Positieweergave: Hiermee selecteert u de positieweergave
waarmee een locatie wordt aangeduid.
Kaartdatum: Hiermee stelt u het coördinatensysteem van de
kaart in.
Kaartsferoïde: Hiermee geeft u het coördinatensysteem weer
dat door het toestel wordt gebruikt. Het
standaardcoördinatensysteem is WGS 84.
De maateenheden wijzigen
U kunt de eenheden voor afstand en snelheid, hoogte, diepte,
temperatuur, luchtdruk en verticale snelheid aanpassen.
1
Selecteer Stel in > Eenheden.
2
Selecteer het item waarvoor u de eenheid wilt instellen.
3
Selecteer een maateenheid.
Tijdinstellingen
Selecteer Stel in > Tijd.
Tijdweergave: Hier kunt u kiezen om de 12- of 24-uursklok in te
stellen.
Tijdzone: Hiermee stelt u de tijdzone voor het toestel in. Met
Automatisch wordt de tijdzone automatisch ingesteld op
basis van uw GPS-positie.
Geocaching-instellingen
Selecteer Stel in > Geocaching.
Presentatie: Hiermee kunt u de weergavestijl instellen voor
geocachegegevens en de lijst met geocaches weergeven op
naam of code.
chirp™ zoeken: Het toestel zoekt naar een geocache die een
chirp accessoire bevat
(chirp zoeke n inschakelen, pagina
chirp™ programmeren: Hiermee wordt het chirp accessoire
geprogrammeerd. Raadpleeg de chirp gebruikershandleiding
op www.garmin.com.
Filter instellen: Hiermee kunt u aangepaste filters maken en
opslaan voor geocaches
opslaan, pagina
6).
Gevonden geocaches: Hier kunt u het aantal gevonden
geocaches wijzigen. Dit aantal wordt automatisch verhoogd
als u een gevonden geocache logt
pagina
6).
ANT+ sensorinstellingen
Zie
Optionele fitnessaccessoires, pagina 8
over optionele fitnessaccessoires.
Fitnessinstellingen
Selecteer Stel in > Fitness.
Het toestel aanpassen
(Een geocachefilter maken en
(De poging loggen,
voor meer informatie
Auto Lap: Hiermee stelt u in dat de ronde automatisch na een
specifieke afstand wordt gemarkeerd.
Gebruiker: Hiermee stelt u de gegevens in uw fitness-
gebruikersprofiel in
pagina
11).
HS-zones: Hiermee kunt u de vijf hartslagzones instellen voor
fitnessactiviteiten.
Activiteittype: Hiermee kunt u de fitnessactiviteit instellen op
hardlopen, fietsen of overige. Op deze manier wordt een
hardloopactiviteit ook weergegeven als hardloopactiviteit als
u deze overzet naar Garmin Connect.
Uw fitness-gebruikersprofiel instellen
Het toestel maakt gebruik van de gegevens die u over uzelf
opgeeft om nauwkeurige gegevens te berekenen. U kunt de
volgende gegevens van het gebruikersprofiel aanpassen:
geslacht, leeftijd, gewicht, lengte en ervaren sporter
ervaren sporters, pagina
1
Selecteer Stel in > Fitness > Gebruiker.
2
Pas de instellingen aan.
Over ervaren sporters
Een ervaren sporter is een persoon die een groot aantal jaren
intensief heeft getraind (met uitzondering van lichte blessures)
en die een hartslag in rust van 60 slagen per minuut of minder
heeft.
Ronden op afstand markeren
Met Auto Lap
kunt u de ronde automatisch markeren na een
®
bepaalde afstand. Dit is handig als u uw prestaties tijdens
verschillende delen van een activiteit wilt vergelijken.
1
Selecteer Stel in > Fitness > Auto Lap.
2
Voer een waarde in en selecteer
Maritieme instellingen wijzigen
Selecteer Stel in > Maritiem.
Waterkaartmodus: Hiermee stelt u het type kaart in waarmee
het toestel maritieme gegevens weergeeft. Nautisch geeft
verschillende kaartelementen in verschillende kleuren weer
zodat maritieme nuttige punten beter leesbaar en de kaart
dezelfde kleuren heeft als papieren kaarten. Vissen
(watersportkaarten vereist) geeft een gedetailleerde
weergave van zeebodemcontouren en dieptepeilingen en
vereenvoudigt de kaartweergave zodat deze optimaal is om
te kunnen vissen.
Presentatie: Hiermee stelt u de weergave in voor de maritieme
navigatiehulpmiddelen op de kaart.
Marit. alarmen instellen: Hiermee stelt u een alarm in voor
wanneer u van een opgegeven afstand afdrijft terwijl u voor
anker ligt en wanneer u water nadert met een bepaalde
6).
diepte.
Maritieme alarmsignalen instellen
1
Selecteer Stel in > Maritiem > Marit. alarmen instellen.
2
Selecteer het gewenste type alarm.
3
Selecteer Aan.
4
Voer een afstand in en selecteer
Gegevens resetten
U kunt tripgegevens resetten, alle waypoints wissen, het huidige
spoor wissen of alle standaardwaarden herstellen.
1
Selecteer Stel in > Herstel.
2
Selecteer een item dat u wilt resetten.
Standaardwaarden voor specifieke instellingen
herstellen
1
Selecteer Stel in.
(Uw fitness-gebruikersprofiel instellen,
11).
.
.
(Over
11