Instellen van de juiste zithoogte
Hoe hoog uw zadel moet staan, hangt af van de been-
lengte. Bij het trappen moet de bal van de voet boven
het midden van de pedaalas staan. Het been mag in de
onderste positie van de crank niet helemaal zijn doorge-
strekt, anders trapt u niet rond (a).
Controleer de zithoogte met schoenen met platte zolen.
Draag het liefst geschikte fietsschoenen.
Ga op het zadel zitten en zet uw hak op het pedaal op
de laagste positie. De heup moet gelijk blijven, het been
moet helemaal gestrekt zijn.
Om de zithoogte in te stellen, maakt u de snelspanner
(zie hoofdstuk "Gebruik van snelspanners en steekas-
sen") of de klembout van de zadelpen aan het bovenste
eind van de zadelbuis, los (b). Hiervoor hebt u geschikt
gereedschap nodig, bijv. een inbussleutel, waarmee u
de bout twee tot drie slagen naar links draait. Nu kunt u
de zadelpen in hoogte verstellen.
Trek de zadelpen niet tot voorbij de markering op de buis
(einde, minimum, maximum, stop, limiet o.d.)
steeds het deel van een aluminium of titaan pen in dat in
een zadelbuis van aluminium, titaan of staal steekt. Bij
zadelpennen en/of zitbuizen van carbon mag u geen vet
in het klemgebied aanbrengen! Gebruik in plaats hier-
van speciale carbonmontagepasta.
(c)
en vet
Zet het zadel weer recht. Richt uw blik daarbij over de
neus van het zadel heen op het trapashuis of op de bo-
venbuis.
Klem de zadelpen weer vast. Sluit daarvoor de snel-
spanner (d), zoals beschreven in hoofdstuk "Gebruik
van snelspanners en steekassen" of draai de zadelpen-
bout in halve slagen naar rechts. Voldoende klemkracht
a
komt tot stand zonder dat u veel kracht zet met uw hand.
Is dat niet het geval, dan past de zadelpen niet bij uw
frame.
Controleer tussen de stappen door steeds of de pen
goed vast zit. Houd daartoe het zadel met uw handen
vooraan en achteraan goed vast en probeer eraan te
draaien. Kunt u het zadel draaien, draai dan de zadel-
penbout nogmaals voorzichtig vast met een halve slag
b
en probeer opnieuw of de pen vastzit.
Controleer opnieuw of uw been op de juiste manier ge-
strekt is. Breng uw voet met pedaal in de laagste trappo-
sitie. Bevindt de bal van de voet zich in het midden van
het pedaal (ideale trappositie), dan moet de knie licht
gebogen zijn. Is dat het geval, dan is uw zadel op de
juiste hoogte ingesteld.
c
Controleer of u zittend op het zadel bij de grond kunt ko-
men. Is dat niet het geval, zet dan het zadel veiligheids-
halve – zeker in het begin – een beetje lager.
d
22