14.3 Videoparameters configureren
Doel:
U kunt de beeldparameters aanpassen, inclusief de helderheid, contrast, verzadiging, beeldrotatie en spiegelen voor
de liveweergave en het opname-effect.
Stappen:
1. De interface Image Settings openen.
Menu > Camera >Image
2. Selecteer de camera waarvoor u de beeldparameters wilt instellen.
3. Pas de schuif aan of klik op de pijltjestoets op/neer om de waarde voor helderheid, contrast of verzadiging in
te stellen.
4. Configureer de andere beeldparameters naar behoefte, zoals brede dynamiek, dag-/nachtschakelaar, digitale
ruisonderdrukking en belichtingstijd.
De parameters moeten worden ondersteund door de verbonden IP-camera.
Het aanpassen van de beeldparameters kan zowel de liveweergave als de opnamekwaliteit beïnvloeden.
5. Klik op Apply om de instellingen op te slaan.
Gebruiksaanwijzing Netwerkvideorecorder
Afbeelding 14.4 Interface beeldinstellingen
202