ml
6. VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Tijdens de installatie of
voordat u het apparaat voor
het eerst gebruikt, kunt u
wat water in het apparaat
waarnemen. Dit is restwater
dat in het apparaat is
achtergebleven nadat in de
fabriek een volledige
functietest werd uitgevoerd
om te garanderen dat het
apparaat in perfect
functionerende staat aan de
klant wordt geleverd en is
geen reden voor
ongerustheid.
1. Zorg ervoor dat alle transportbouten
uit het apparaat zijn verwijderd.
Controlelampje spoelstop.
Controlelampje Extra stil.
Controlelampje temperatuur. Het controlelampje
koude was gekozen is.
Hoeveelheidsindicator vloeistofadditieven (zie paragraaf "De AutoDo-
sis").
AutoDose reservoir vloeibaar wasmiddel. Wanneer het oplicht, doseert
het apparaat automatisch de hoeveelheid wasmiddel.
AutoDose controlelampje reservoir wasverzachter. Wanneer het op-
licht, doseert het apparaat automatisch de hoeveelheid wasverzachter.
AutoDose -status controlelampje. Het licht op wanneer de AutoDose-
functie voor toevoegingsmiddelen is uitgeschakeld.
Controlelampje van gekoppelde modus. Het licht op wanneer beide
compartimenten zijn gekoppeld en met hetzelfde wasmiddel zijn ge-
vuld. AutoDose-functie voor verzachter is uitgeschakeld.
Deze controlelampjes verschijnen naast controlelampjes van de was-
middeltank
en verzachtertank
de automatische dosering van het wasmiddel of de wasverzachter.
bij het verhogen of verlagen van
2. Zorg ervoor dat er stroom aanwezig
is er dat de waterkraan openstaat.
3. Zorg ervoor dat u de AutoDose-tanks
vult met vloeibaar wasmiddel
wasverzachter
paragraaf "AutoDose
basisinstellingen" in het hoofdstuk
"De AutoDose technologie".
4. Giet 2 liter water in de trommel.
Deze handeling activeert het
afvoersysteem.
5. Stel het programma voor katoen in
op de hoogste temperatuur zonder
wasgoed in de trommel en start het
programma.
Dit verwijdert al het mogelijke vuil uit de
trommel en de kuip.
NEDERLANDS
21
gaat branden als
en
. Raadpleeg de