Hoofdstuk 2
5.
Druk op de grijze vergrendeling tot deze op zijn plaats klikt.
6.
Herhaal stap 2 tot en met 5 voor elke inktcartridge die u wilt vervangen.
De printer moet alle zes de inktcartridges bevatten. Als een inktcartridge ontbreekt,
werkt de printer niet.
7.
Sluit de bovenklep.
Op het aanraakscherm worden zes pictogrammen van inktdruppels weergegeven.
Hierop ziet u hoeveel inkt er nog in de cartridges aanwezig is als de inkt bijna
opraakt.
Geheugenkaarten plaatsen
Nadat u foto's hebt genomen met uw digitale camera, kunt u deze bekijken en afdrukken
door de geheugenkaart uit de camera te verwijderen en deze in de printer te plaatsen.
De printer is geschikt voor de volgende geheugenkaarten: CompactFlash
Sticks, Microdrive
Let op
en de printer beschadigd raken.
Zie
Aansluiten op andere apparatuur
van foto's van een digitale camera naar de printer.
16
Opmerking
Wanneer u de printer voor de eerste keer gaat gebruiken, moet
u eerst de inktcartridges installeren die bij de printer zijn geleverd. De inkt in
deze cartridges is zo samengesteld dat deze zich vermengt met de inkt in
de printkopinrichting.
Opmerking
Als u inkt gebruikt die niet van HP is, verschijnt voor die
inktcartridge een vraagteken in plaats van de inktdruppel. De printer kan de
resterende hoeveelheid inkt niet meten van inktcartridges die niet-HP-inkt
bevatten.
™
, MultiMediaCard
Als u een ander type geheugenkaart gebruikt, kunnen de geheugenkaart
™
, Secure Digital
™
en xD-Picture Card
voor instructies met betrekking tot het overzetten
™
, Memory
™
.
HP Photosmart D7300 series