Indicatielampjes
1 Printerlampje: is blauw en brandt als de printer aan staat. Brandt niet als de printer uit staat.
2 Afdruklampje: is blauw en brandt wanneer de printer is ingeschakeld en gereed is om af te
drukken, knippert als de printer bezig is met afdrukken of zelfonderhoud.
3 Waarschuwingslampje: knippert als er een fout optreedt. Kijk op het aanraakscherm voor
aanwijzingen of informatie over de fout. Zie
4 Autocorrectielampje: is blauw (continu) als de functie Autocorrectie is ingeschakeld.
5 Lampje van geheugenkaart: is blauw en brandt als een geheugenkaart is geplaatst, knippert
als de geheugenkaart wordt gelezen, staat uit als geen geheugenkaart of meer dan een kaart
is geplaatst. brandt wanneer er een probleem is dat door de gebruiker moet worden opgelost.
Controleer of het printerscherm instructies bevat.
Optionele accessoires
Met de diverse optionele accessoires voor de printer kunt u de mobiliteit van de printer
nog verder verbeteren, zodat u overal en altijd kunt afdrukken. De accessoires kunnen
er in werkelijkheid iets anders uitzien dan de afbeeldingen.
Voor het aanschaffen van printerbenodigdheden gaat u naar:
●
www.hpshopping.com
●
www.hp.com/go/supplies
●
www.hp.com/jp/supply_inkjet
●
www.hp.com/paper
Gebruikershandleiding
Het aandachtslampje brandt
(V.S.)
(Europa)
(Japan)
(Azië/Pacifisch gebied)
voor meer informatie.
7