Papiersoort
Voor het kopiëren kunnen de volgende papiersoorten worden gebruikt. Voor de beste resultaten
moet u dezelfde soort selecteren als het papier dat u gebruikt. (zie Geschikt papier, pagina 94.)
DUN PAPIER (60-69 g/m
NORMAAL (70-95 g/m
DIKKER PAPIER (96-120 g/m
EXTRA DIK PAPIER
2
(121-161 g/m
)
TRANSPARANTEN
1
Druk op Options en
2
Druk op
of
3
Druk op Copy—of—druk op
Kopieerkwaliteit – Standaardinstellingen
De standaardinstellingen wijzigen
Druk op Menu, 3 om de standaardinstellingen van de kopieerstand te wijzigen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u op Menu drukt om ze weer te wijzigen. Stel de kopieerstand, de
contrastinstellingen en de papiersoort af.
In onderstaand schema wordt geïllustreerd hoe u op een cijfer kunt drukken om kopieerinstellingen
te wijzigen. Druk op
Druk op Set om een gekozen optie vast te leggen. Druk op Stop/Exit om af te sluiten, of druk op
om de volgende instelling die u wilt wijzigen te selecteren.
Druk op Menu, en druk op 3.
1.KOPIE STAND
2.CONTRAST
3.PAPIER SOORT
2
)
Voor dun papier
2
)
Voor normaal papier
2
) Voor zwaar of ruw papier
Voor zwaarder papier, ruw papier en briefpapier
Voor transparanten (OHP)
om PAPIER SOORT te selecteren en druk vervolgens op Set.
of
om uw papiersoort te selecteren en druk vervolgens op Set.
of
als u verder nog instellingen wilt maken.
of
om door de opties voor de verschillende instellingen te bladeren.
AUTO
TEKST
FOTO
–
DUN
NORMAAL
DIK
EXTRA DIK
+
is standaard
59
Kopiëren