Programmeertoetsen:
13
Menu
Met deze toets krijgt u toegang tot de
functies en de programmeerstand.
(Pijl links)
Met deze toets beweegt u de cursor op
het LCD-scherm naar links of gaat u naar
de vorige functie/menu-optie.
U kunt deze toets tevens gebruiken om
op alfabetische volgorde te zoeken naar
namen die bij de nummers in het
geheugen zijn opgeslagen.
Set
Deze toets wordt gebruikt om een
instelling op te slaan.
(Pijl rechts)
Met deze toets beweegt u de cursor op
het LCD-scherm naar rechts of gaat u
naar de volgende functie/menu-optie.
U kunt deze toets tevens gebruiken om
op alfabetische volgorde te zoeken naar
namen die bij de nummers in het
geheugen zijn opgeslagen.
Clear
Wist ingevoerde gegevens of loopt stap
voor stap achteruit door het functiemenu.
Stop/Exit
14
Met een druk op deze toets wordt een
faxtransmissie gestopt, een bewerking
geannuleerd of de programmeerstand
afgesloten.
Fax Start
15
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking begonnen (zoals het
verzenden van een fax).
10