INSTALLEREN VAN HET PRINTERSTUURPROGRAMMA DOOR "PRINTER TOEVOEGEN"
Selecteer de poort die u gaat gebruiken en klik de "Volgende"
11
toets.
Als u Windows 95/98 gebruikt en uw printer via een parallel interfacekabel is
aangesloten, de LPT poort (doorgaans "LPT1") selecteren. Als anderzijds uw
besturingssysteem Windows 98 is en uw printer via een USB kabel is aangesloten,
"USB poort" selecteren (doorgaans "USB-PRN0)".
Bij een met Windows 98 voorgeïnstalleerde computer die via een USB kabel
op deze printer is aangesloten
Als "USB poort" niet op het scherm verschijnt, het USB stuurprogramma in uw
computer installeren door het volgen van de stappen aangegeven onder
"Installeren van het USB stuurprogramma (Windows 98)" (pagina 21).
Als u het USB stuurprogramma en het printerstuurprogramma opnieuw heeft
geïnstalleerd nadat u het printerstuurprogramma heeft verwijderd, is het mogelijk
dat meer dan twee USB poorten, bijvoorbeeld, USB-PRN0, USB-PRN1 en USB-
PRN2 als uw opties op het scherm verschijnen. Selecteer in dit geval de nieuwste
poort, die met het hoogste poortnummer. Als er poortnummers zijn die niet worden
gebruikt, zal de printer correct functioneren.
Klik de "Voltooien" toets.
12
Als het programma "Wilt u dat Windows-programma's deze printer als standaardprinter
gebruiken?" toont, "Ja" markeren.
U heeft de installatie van het printerstuurprogramma voltooid.
Alvorens u probeert een testpagina af te drukken, de printkop uitlijnen aan de hand
van de procedure op pagina 32.
28
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/