Voorbereidingen
Aansluiten van het systeem
Nadat u het beeldscherm en het AVC-systeem op hun plaats hebt gezet, kunt u de systeemkabels en de
netsnoeren aansluiten. Gebruik de kabelklem om de kabels bij elkaar te houden.
1
Verwijder het aansluitingen-dekseltje.
2
Sluit de systeemkabel en het netsnoer op het beeldscherm aan.
(ZWART)
3
Sluit de systeemkabel en het netsnoer op het AVC-systeem aan.
AVC-syteem
(achterkant)
VOORZICHTIG
• OM EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VOORKOMEN, MAG U GEEN NIET-GEÏSOLEERDE ONDERDELEN OF KABELS
AANRAKEN WANNEER HET NETSNOER OP EEN STOPCONTACT IS AANGESLOTEN.
• Om te voldoen aan de vereisten van de CE richtlijnen, dient u vooral het aansluitingen-dekseltje aan de achterkant van de
beeldschermeenheid aan te brengen nadat u alle systeemkabels hebt aangesloten, voordat u dit toestel in gebruik neemt.
OPMERKING
* Wanneer u de WITTE systeemkabel losmaakt, dient u vooral beide schroeven helemaal los te draaien voordat u de kabel uit de aansluitbus trekt.
** Wanneer u de GRIJZE systeemkabel losmaakt, drukt u de klemmen aan weerszijden van de stekker naar binnen en dan kunt u de kabel voorzichtig los trekken.
Beeldscherm (achterkant)
(WIT)*
Steek de stekker in de aansluiting en maak de stekker
vast door de handschroeven vast te draaien.
(GRIJS)**
Steek de stekker stevig naar binnen totdat de lipjes aan
beide zijkanten vastklikken.
Systeemkabel
Systeemkabel
(ZWART)
Netsnoer
Druk de zes bovenste
haken omlaag en haal
het dekseltje naar u toe.
Druk de twee nokjes
naar het midden van het
beeldscherm en trek het
dekseltje naar u toe.
Netsnoer
(WIT)
(GRIJS)
Bind de zwarte en grijze
Kabelriempje
kabels samen nadat u de
systeemkabels hebt
(ZWART)
aangesloten. (Volg de
aanwijzingen om te
(GRIJS)
voorkomen dat de kabels
worden uitgetrokken.)
Systeemkabel
7