5.7.5
Dakuitmonding en luchttoevoer vanuit de gevel
Toestelcategorie: C53
VOORZICHTIG
• De luchttoevoer in de gevel moet voorzien worden van een
inlaatrooster (art.nr.: 926187).
• Zie voor beugelen § 5.7.10
Verbrandingsgasafvoer door een prefabschoorsteen, of door een dubbelwandige
dakdoorvoer Ø80 mm met trekkende afvoerkap.
De prefabschoorsteen dient voorzien te zijn van rookgasafvoer openingen van
tenminste 150cm
2
per aangesloten toestel en moet aan de aangegeven minimale
maten voldoen. De leverancier moet de goede werking van de prefabschoorsteen,
ten aanzien van windaanval, ijsvorming, inregenen enz. garanderen.
Toegestane leidinglengte bij Ø80 mm
Luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoerleiding, inclusief de lengte van de doorvoer:
Kombi Kompakt HRE 24/18
Kombi Kompakt HRE 28/24
Kombi Kompakt HRE 36/30
Verbrandingsgasafvoer- en luchttoevoerleiding
Voor de montage, zie § 5.7 Montage algemeen.
Montage luchttoevoer- horizontaal
De luchttoevoer kan op een willekeurige plaats in de gevel gemaakt worden.
1.
Maak op de plaats van de toevoer een sparing van Ø90 mm.
2.
Kort de luchttoevoerleiding in op de gewenste lengte uit de muur.
3.
Monteer het inlaatrooster en bevestig dit aan de pijp.
4.
Schuif de luchttoevoerleiding in de sparing en dek de sparing af met een rozet,
indien noodzakelijk.
5.
Monteer de luchttoevoer, op de plaats van de geveldoorvoer, op afschot naar
buiten, om inregenen te voorkomen.
Montage verbrandingsgasdoorvoer - verticaal
1.
Monteer een doorvoerpan met schaal in een schuin dakvlak op de plaats van
uitmonding.
Monteer een plakplaat, geschikt voor een dubbelwandige
verbrandingsgasdoorvoer Ø80 mm (diameter Ø96 mm) in een plat dak.
2.
Schuif de dubbelwandige verbrandingsgasdoorvoer van buiten naar binnen
door de dakdoorvoer.
De uitmonding moet minimaal 500 mm boven het dakvlak uitmonden.
Brink Climate Systems BV
100 m
85 m
80 m
34