Vloerverwarmingsverdeler zonder pomp
Sluit het vloerverwarmingssysteem (D) aan en stel de maximale cv-aanvoertemperatuur van
de ketel in op de ontwerpconditie. Monteer op de aanvoerbuis onder de ketel een
klemthermostaat (A). De klemthermostaat met blinde kap dient ingesteld te worden op een
maximale aanvoertemperatuur van 55°C.
Monteer de aan/uit kamerthermostaat (B) en sluit deze in serie met de klemthermostaat aan
op connector X4 - 6/7 in het toestel. Zie § 10.3.
De pomp in de ketel wordt in deze situatie benut om het drukverlies van het
vloerverwarmingssysteem te overbruggen. Met behulp van de drukverliesgrafiek § 7.5 is het
maximale drukverlies van het vloerverwarmingssysteem te bepalen.
Zorg voor een minimale watercirculatie. Zie § 7.5. Plaats eventueel een by-pass ventiel
(C).
Het is bij een vloerverwarmingssysteem zonder pomp aan te bevelen om onderstaande
parameter instellingen te wijzigen:
par. o van 0 naar 3.
par. P van 5 naar 2.
Tevens dient parameter 3 te worden ingesteld op minimaal niveau of het
transmissieverlies van de woning.
5.1.3
Toestel met MIT regeling
Het toestel kan ook toegepast worden in combinatie met een indirect gestookte
luchtverwarmer (b.v. Brink type Elan) en warmteterugwin-unit (b.v. Brink type Renovent
HR). Het toestel is geschikt om verse ventilatielucht van buiten enkele graden na te
verwarmen: dit garandeert een minimale inblaas temperatuur. Deze regeling (MIT
regeling) kan met een externe schakelaar in- en uitgeschakeld worden.
Om energie te besparen dient de pompstand zo laag mogelijk ingesteld te worden.
Aansluitschema MIT regeling
A. Kombi Kompakt
B. Overstortventiel
C. Expansievat
D. Indirect gestookte hete luchtverwarming en warmte-terugwin-unit
E. Ventilator
F. Instelbare flowbegrenzer (Taco 23.1202)
H. Afsluiter Minimale Inblaas Temperatuur
Werkingsprincipe
Als de MIT regeling wordt ingeschakeld, worden de pomp en de tapcomfortfunctie van
het toestel ook ingeschakeld. Via de instelbare flowbegrenzer wordt er een kleine
warmteflow (maximaal 500 W) naar de luchtverwarmer toegelaten. Hierdoor wordt de in
te blazen lucht enkele graden opgewarmd. De afsluiter wordt geopend wanneer er een
CV warmtevraag is.
Installatievoorschrift
1.
Sluit het toestel aan op de luchtverwarmer.
2.
Voer het systeem in koper uit om vervuiling van de kleine doorstroomopening van de
flowbegrenzer te voorkomen.
3.
Plaats de afsluiter altijd parallel aan de instelbare flowbegrenzer.
4.
Isoleer de aanvoerleiding naar de luchtverwarmer.
5.
Sluit de elektrisch bediende afsluiter, (connector X2) en de MIT schakelaar
(connector X4) aan. Zie § 5.3.1 en § 10.3.
6.
Wijzig parameter 2 van de servicecode (zie Parameter instellingen via de servicecode
§ 7.2).
Let op: De MIT regeling functioneert alleen als "tap comfort" op de display van het
toestel op "aan" ingesteld is. Raadpleeg de handleiding van de thermostaat bij de
toepassing van een "Open Therm" kamerthermostaat.
Flowbegrenzer instellen
Stel de flowbegrenzer (F) zodanig in, dat het temperatuurverschil van de lucht over de
luchtverwarmer, met minimale luchthoeveelheid, 5°C bedraagt. De flow zal dan ongeveer
0,2 liter per minuut bedragen. Dit is beneden het minimale meetbereik van de flowbegrenzer.
Brink Climate Systems BV
16