5.7.1
Geveluitmonding dubbelpijpsdoorvoer horizontaal
Toestelcategorie: C13
VOORZICHTIG
• Leidingen voor de verbinding van de luchttoevoer en de
verbrandingsgasafvoer tussen het toestel en de
dubbelpijpsdoorvoer, moeten een diameter hebben van Ø
80 mm.
• Bij toepassing van een geveldoorvoer moet het toestel
voorzien worden van een rookgas terugslagklep (art.nr.
090417)
• Zie voor beugelen § 5.7.10
Toelaatbare leidinglengte
Luchttoevoer- en verbrandingsgasafvoerleiding inclusief de lengte van de
dubbelpijpsdoorvoer.
Kombi Kompakt HRE 24/18
Kombi Kompakt HRE 28/24
Kombi Kompakt HRE 36/30
Verbrandingsgasafvoer- en luchttoevoerleiding
Voor de montage, zie § 5.7 Montage algemeen.
Montage dubbelpijpsdoorvoer
1.
Maak twee sparingen van Ø90 mm op de plaats van uitmonding.
2.
Kort de dubbelpijpsdoorvoer in op de juiste lengte.
3.
Schuif de toe- en afvoerpijp in de sparingen.
4.
Dek de sparingen af met de muurafdekplaten.
5.
Monteer de uitblaasroosters op de toe- en afvoerpijp.
6.
Bevestig deze aan de pijpen.
7.
Monteer de dubbelpijpsdoorvoer op waarbij de luchttoevoer op afschot naar buiten
en de rookgasafvoer op afschot naar het toestel.
Brink Climate Systems BV
100 m
85 m
80 m
28