Configureer de overige instellingen,
5
indien noodzakelijk, en start vervolgens
het afdrukken.
Voor Mac OS X PS-
printerstuurprogramma
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1
Selecteer [Druk af] uit het menu
2
[Archief].
Selecteer [Printer Features] uit het
3
paneelmenu.
Selecteer [Taakopties] uit [Feature
4
Sets].
Selecteer het selectievakje [Toner
5
besparen].
Configureer de overige instellingen,
6
indien noodzakelijk, en start vervolgens
het afdrukken.
Memo
Open het gedetailleerde instellingenmenu door op de knop
[Show Details] te drukken in Mac OS X 10.7 tot 10.8 of
door op het driehoeksymbool te klikken aan de zijkant van
het menu [Printer] in Mac OS X 10.5 tot 10.6.
Beveiligd afdrukken (alleen voor
MB491/MB491+LP/ES4191 MFP/
MPS4200mb/MPS4700mb)
U kunt een wachtwoord aan een afdrukopdracht
toewijzen, zodat de opdracht alleen kan worden
afgedrukt als het wachtwoord in het
bedieningspaneel is ingevoerd.
Om deze functie te kunnen gebruiken, moet de
machine zijn voorzien van een SD-
geheugenkaart.
Opmerking
Als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de SD-
geheugenkaart voor de gespoolde gegevens, verschijnt er
een bericht waarin staat vermeld dat het bestandssysteem
vol is en de afdrukopdracht niet kan worden gestart.
Deze functie is niet beschikbaar voor het Windows PCL
XPS-printerstuurprogramma en het Mac OS X-
printerstuurprogramma.
Voor Windows PCL/PS-
printerstuurprogramma
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1
Selecteer [Afdrukken] uit het menu
2
[Bestand].
Nuttige functies voor het printen vanaf een computer
Klik op [Voorkeuren].
3
Selecteer het tabblad [Taakopties].
4
Selecteer [Beveiligde afdruk] uit [Job
5
Type].
Voer een opdrachtnaam in venster [Job
6
Name] in en een wachtwoord in venster
[Persoonlijk ID nummer (PIN)] in.
Als u het selectievakje [Request Job Name for
each print job] selecteert, verschijnt er een
prompt voor de opdrachtnaam wanneer u de
afdrukopdracht naar de machine verzendt.
Klik op [Goed].
7
Configureer de overige instellingen,
8
indien noodzakelijk, en start vervolgens
het afdrukken.
De afdrukopdracht is naar de machine verzonden,
maar wordt niet afgedrukt.
Druk op de toets <PRINT (PRINTEN)>
9
op het bedieningspaneel.
Druk op
10
selecteren en druk vervolgens op
Druk op
11
te selecteren en druk vervolgens op
Voer het wachtwoord in het venster
12
[Wachtwoord] in dat u hebt ingesteld in
stap 6 en druk vervolgens op
een opdracht te zoeken.
- Druk op de toets <CLEAR (WISSEN)> als u een
onjuist nummer invoert.
- Druk op de toets <STOP (STOP)> als u het
zoeken naar een opdracht wilt stoppen.
Zorg ervoor dat [Afdrukken] is
13
geselecteerd en druk vervolgens op
Als u [verwijderen] selecteert, kunt u de
afdrukopdracht annuleren.
Voer het aantal kopieën in en druk
14
vervolgens op
Opmerking
Als u voor een opdracht het wachtwoord vergeet in te
stellen en de opdracht die u naar de machine hebt
verzonden niet afdrukt, blijft de opdracht op de SD-
geheugenkaart.
Een afdrukopdracht die is opgeslagen op een SD-
geheugenkaart, wordt automatisch gewist na het
afdrukken.
- 71 -
om [Print opdracht] te
om [Opdracht opgeslagen]
OK
.
OK
4
.
OK
.
OK
om naar
.
OK