Verzend-en ontvangst gegevens opslaan (Opslaan
verzendgegevens)
Dit hoofdstuk geeft uitleg over de opslagfunctie voor verzendgegevens en hoe u de instellingen hiervoor
kunt configureren.
De opslagfunctie voor verzendgegevens slaat verzonden en ontvangen gegevens automatisch op in een
gespecificeerde netwerkmap. U kunt slechts één netwerkmap specificeren.
U kunt deze functie gebruiken voor verzonden faxen, internetfaxen, faxserver, e-mailbijlages en
ontvangen faxen, internetfaxen, e-mailbijlages. De gegevens worden opgeslagen als een PDF- of TIFF-
bestand afhankelijk van het bestandsformaat van de originele gegevens.
Opmerking
De opslagfunctie voor verzendgegevens kan niet worden uitgevoerd wanneer de volgende handelingen worden uitgevoerd:
- Real-time verzending
- Polling-verzending bij gebruik van mededelingencommunicatie voor F-codes
- Ontvangst bij gebruik van vertrouwelijke communicatie van F-codes
Memo
De verzonden of ontvangen fax wordt opgeslagen in de vorm van een PDF-bestand.
Wanneer de verzonden of ontvangen e-mailbijlage geen PDF-, JPEG- of TIFF-bestand is wordt deze niet opgeslagen.
De inhoudstekst van e-mails kan niet worden opgeslagen.
De gegevensgrootte die deze functie aankan is begrensd.
Verzendgegevens worden niet opgeslagen wanneer de capaciteit van een SD-geheugenkaart niet toereikend is voor het opslaan
van een verzonden of ontvangen internetfax of e-mailbijlage of een verzonden faxserver.
De opslagfunctie voor
verzendgegevens
configureren
Meer info
U dient van tevoren de serverinstellingen te configureren.
Raadpleeg de Basisgebruikershandleiding voor meer
informatie over het configureren van de serverinstellingen.
Registreer eerst een profiel. Raadpleeg de
Basisgebruikershandleiding voor meer informatie over het
registreren van en profiel.
Start uw webbrowser.
1
Voer "http://IP adres van de printer" in
2
de adresbalk in en druk op <Enter
(Enter)>.
Meer info
Raadpleeg de Basisgebruikershandleiding voor het IP-
adres van de machine.
Verzend-en ontvangst gegevens opslaan (Opslaan verzendgegevens)
Klik op [Administrator Login
3
(Administrator Login)].
Voer "admin" in bij [Gebruiker naam]
4
en voer het beheerderwachtwoord van
de printer in bij [Wachtwoord], en klik
vervolgens op [Goed].
- 191 -
9