Informatie voor beheerders
Basisinstellingen voor SSL/TLS configureren
Als de printer HTTPS-servers ondersteunt, kunt u de communicatie versleutelen met SSL/TLS. U kunt de printer
met Web Config in een beveiligde omgeving configureren en beheren.
Configureer de sterkte van de versleuteling en de omleidingsfunctie.
1. Voer in een browser het IP-adres van de printer in om Web Config te openen.
Voer het IP-adres van de printer in op een computer die met hetzelfde netwerk is verbonden als de printer.
U vindt het IP-adres van de printer in het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Netwerkstatus > Status vast netwerk/Wi-Fi
2. Voer het beheerderswachtwoord in om in te loggen als beheerder.
3. Selecteer opties in de volgende volgorde.
Tabblad Netwerkbeveiliging > SSL/TLS > Basis
4. Selecteer voor elk item een waarde.
❏ Codeersterkte
Selecteer de sterkte van de versleuteling.
❏ HTTP omleiden naar HTTPS
Selecteer Inschakelen of Uitschakelen. De standaardwaarde is Inschakelen.
❏ TLS 1.0
Selecteer Inschakelen of Uitschakelen. De standaardwaarde is Uitschakelen.
❏ TLS.1.1
Selecteer Inschakelen of Uitschakelen. De standaardwaarde is Uitschakelen.
❏ TLS.1.2
Selecteer Inschakelen of Uitschakelen. De standaardwaarde is Inschakelen.
5. Klik op Volgende.
Er wordt een bevestiging weergegeven.
6. Klik op OK.
De printer wordt bijgewerkt.
Gerelateerde informatie
"Toepassing voor het configureren van printerbewerkingen (Web Config)" op pagina 261
&
Een servercertificaat voor de printer configureren
1. Voer in een browser het IP-adres van de printer in om Web Config te openen.
Voer het IP-adres van de printer in op een computer die met hetzelfde netwerk is verbonden als de printer.
U vindt het IP-adres van de printer in het volgende menu.
Instel. > Algemene instellingen > Netwerkinstellingen > Netwerkstatus > Status vast netwerk/Wi-Fi
>
Geavanceerde beveiligingsinstellingen
378
>
SSL/TLS-communicatie met de printer