Uitleg bij het bedieningspaneel
Bedieningspaneel
A
Hiermee schakelt u de printer in en uit.
Haal het netsnoer uit het stopcontact nadat u hebt gecontroleerd of het aan/uit-lampje uit is.
B
Hiermee wordt het scherm Voorraadstatus weergegeven. U kunt controleren hoeveel inkt er nog is en hoelang de
onderhoudsset nog meegaat (bij benadering). U kunt ook een inktcartridge vervangen of het Statusblad
voorraad afdrukken.
C
Hiermee wordt het scherm Netwerkverb.inst. weergegeven. Tik op het pictogram om de instellingen te
controleren en te wijzigen.
D
Hiermee wordt het scherm Geluidsinstellingen apparaat weergegeven. U kunt Dempen en Stille modus
instellen. Vanaf dit scherm kunt u ook het menu Geluid openen.
E
Hiermee opent u de lijst van instellingen die in Voorinstelling zijn opgeslagen. U kunt ook nieuwe favoriete
instellingen opslaan.
F
Dit gaat branden wanneer ontvangen documenten die nog niet gelezen, afgedrukt of opgeslagen zijn in het
geheugen van de printer worden opgeslagen.
G
Hiermee wordt het startscherm weergegeven.
H
Hiermee geeft u menu's en berichten weer. U kunt het bedieningspaneel in een andere hoek zetten.
Wanneer er gedurende een bepaalde periode geen bewerkingen worden uitgevoerd, gaat de printer in
slaapstand en wordt het scherm uitgeschakeld. Tik op het touchscreen om het scherm in te schakelen. Afhankelijk
van de huidige instellingen wordt de printer uit de slaapstand gehaald als u op de aan/uit-knop drukt.
I
Hiermee wordt het scherm Hulp weergegeven.
Hier kunt u oplossingen voor problemen bekijken.
>
Bedieningspaneel
23