LaCie 12big Rack Fibre en uitbreiding
Snelle installatiegids
4. Schijfregels en confi guratie
4.1. Schikking van schijven
in sleuven
Afbeelding 5: Identifi catie sleufnummer
Let op:
Alle schijfsleuven moeten een geïnstalleerde
schijfdrager of dummy draagmodule hebben. Geen enkele
sleuf mag leeg zijn.
4.2. Schijfconfi guratieregels
De 12big rack fi bre en uitbreidingsbehuizingssystemen
ondersteunen twee verschillende schijftypen: SATA en SAS.
Voor een optimale confi guratie dienen de volgende regels
in acht te worden genomen.
• Verschillende schijftypen kunnen niet in dezelfde kolom met
elkaar worden gecombineerd.
• SATA-schijven moeten allemaal Actieve-Passieve of
Actieve-Actieve MUX Transition-kaarten hebben. Ze kunnen
niet in een array worden gecombineerd.
• Voor een optimale prestatie moeten de sleuven in de
volgende volgorde worden bezet als niet alle sleuven worden
bezet (zie Afbeelding 6):
1 - Kolom 2 (Schijven 2, 6 & 10)
✦
2 - Kolom 3 (Schijven 3, 7 & 11)
✦
3 - Kolom 1 (Schijven 1, 5 & 9)
✦
4 - Kolom 4 (Schijven 4, 8 & 12)
✦
• Als het noodzakelijk blijkt om een ander schijftype te
installeren, installeert u de nieuwe schijf in een andere kolom
(zie Afbeelding 6). Alle schijven in dezelfde kolom moeten
van hetzelfde schijftype zijn.
Afbeelding 6: Bezettingsvolgorde van schijven en voorbeeld van laden van typen
Schijfregels en configuratie/Installatie en bekabeling
5. Installatie en bekabeling
5.1. SFP-installatie
1.
Verwijder de stofhoes van elke SFP-kooi en SFP-
ontvanger die wordt bezet.
2.
Steek de SFP-ontvanger in de SFP-kooi en duw om
deze goed op zijn plaats te zetten. Zorg ervoor dat de
uitwerpinrichting zich in de opgeslagen stand bevindt.
3.
Sluit de gegevenskabels van het vezelkanaal aan zoals
beschreven in de volgende paragraaf.
Voorbeeld
opgeslagen uitwerpinrichting
Afbeelding 7: SFP-modules installeren
5.2. Ethernet-aansluiting
(Geïntegreerde StorView)
De controller is aangesloten op het netwerk voor out-of-band
beheer en monitoring via de RJ45 10/100 BaseT Ethernet-
poort, met behulp van de geïntegreerde StorView
Management-module en -software.
Zorg ervoor dat de hostcomputer rechtstreeks of via een
geschakelde LAN aangesloten is op de Ethernet-poort van
de RAID-controller met een afgeschermde Cat. 5-kabel.
BeLANGRIJK:
Alleen afgeschermde Cat. 5-kabels (of beter)
dienen gebruikt te worden voor de aansluiting op de Ethernet-
poort voor conformiteit met EMC.
pagina 67
van