Uitbreidingsfuncties groep C "Intelligente klemmen"
C01-C05
Functiekeuze ingangsklemmen 1 t/m 5
Elke ingangsklem kan met onderstaande functie worden geprogrammeerd:
00 FW–rechtsom draaien
01 RV–linksom draaien
02 CF1–voorkeuzefrequentie 1
03 CF2–voorkeuzefrequentie 2
04 CF3–voorkeuzefrequentie 3
05 CF4–voorkeuzefrequentie 4
06 JG–tippen
e
09 2CH–2
integrator
C05
Functiekeuze ingangsklem 5
Klem 5 heeft naast de hierboven genoemde functie's ook de mogelijkheid tot thermistor
aansluiting. Als code 19 wordt ingegeven, dan wordt de thermistor-input op klem 5 geactiveerd.
Indien u code 19 invoert zonder dat de thermistor is aangesloten zal de L100 direct trippen op
E35, PTC-bewaking. De L100 meet continu de ohmse weerstand van de aangesloten thermistor
(PTC) tussen klem 5 en de L-klem. Bij het overschrijden van de nominale aanspreektemperatuur
geeft de L100 een storingsmelding en loopt de motor vrij uit.
Let op: alle ingangen ook ingang 5 schakelen naar de P24. Alleen een thermistor wordt
aangesloten op ingang 5 en de L.
11 FRS–Free Run Stop (impulssperre)
12 EXT–externe fout ingang
13 USP–herstartbeveiliging
15 SFT–software slot
16 AT–omschakeling 0 – 10 V/4 – 20
mA ingang
18 RS–reset
19 PTC–thermistor (alleen klem 5)
19