Uitbreidingsfuncties groep B "fijnafstelling"
B12
Inschakelniveau elektronisch thermisch relais
Het inschakelniveau van het elektronisch termisch relais is instelbaar tussen 50 en 120 % van de
nominale regelaarstroom. De instelling zelf geschiedt in ampères. Is de nominale motorstroom
bijvoorbeeld 6,2 A dan moet B12 eveneens op 6,2 A worden ingesteld. Wordt de frequentie-
regelaar continue met meer dan 100% belast dan gaat dit ten koste van de levensduur.
B12 niet hoger instellen dan 100%.
B13
Karakteristiek elektronisch thermisch relais
Voor een motor zonder onafhankelijk aangedreven koelluchtventilator zal het koppel dat continu
mag worden afgenomen, bij lagere toerentallen dalen. Beneden de 50 Hz begrenst de thermische
beveiliging het continu af te nemen koppel.
00 - een motor met eigen koeling (standaard)
01 - een motor met onafhankelijk aangedreven koelluchtventilator
Ga er vanuit dat bij de instelling 00 de thermische beveiliging beneden de 25 Hz te snel zal
aanspreken, daarnaast is een elektronisch thermisch relais geen sluitende motorbeveiliging. Een
beveiliging met behulp van thermistoren is altijd de meest optimale. De thermistoren kunnen
direct op de L100 worden aangesloten. Bij meermotoren bedrijf is elke motor bij voorkeur
voorzien van een thermistor.
B32 Nullaststroom
De motorstroom wordt berekend uit de gemeten wattstroom (meting in de tussenkring) en de
ingestelde blindstroom (nullaststroom). In die gevallen waar een standaard 4 polige
draaistroommotor van hetzelfde vermogen als de L100 is aangesloten voldoet de standaard
instelling van 58% van de motorstroom. Is de aangesloten motor kleiner dan het nominale
vermogen van de L100 of is er sprake van een 6 of 8-polige motor dan kan het nodig zijn de
nullaststroom opnieuw in te stellen. Bij een foutief ingestelde nullaststroom klopt de uitlezing
van de motorstroom onder d02 niet alsmede het aanspreekniveau van het elektronisch thermisch
relais.
B83
Modulatiefrequentie
De modulatiefrequentie kan worden ingesteld tussen de 0,5 en 16 kHz, de fabrieksinstelling is
5kHz. Het verlagen van de modulatiefrequentie vermindert de warmteverliezen en heeft een
gering positief effect op het te leveren motorkoppel.
Voor een stille motor is veelal een zo hoog mogelijke schakelfrequentie gewenst. Echter om aan
de EMC-richtlijnen te voldoen, mag de schakelfrequentie niet hoger dan 5 kHz worden. Daarbij
nemen de warmteverliezen toe. Bij een hogere schakelfrequentie dan 5kHz mag de L100 niet
continu zijn nominale stroom leveren maar moet de belasting worden verminderd
(derating) . Wordt dit niet gedaan dan zal dit leiden tot een defect van de L100!
16