VOORDAT U DE STORINGSDIENST BELT
Onderstaande verschijnselen duiden niet op een defect aan het toestel.
HET TOESTEL WERKT NIET
Het toestel werkt niet wanneer het
direct na-dat het is uitgeschakeld
weer wordt inge-schakeld. Het toestel
werkt evenmin direct nadat de functie
is gewijzigd. Dit om interne
mechanismen te beschermen. Wacht
3 mi-nuten voordat u het toestel
bediend.
HET TOESTEL BLAAST GEEN
WARME LUCHT
(Model AY-M09AE)
Het
toestel
voorverwarmen of ontdooien.
GEURTJES
Er kunnen geurtjes van tapijten en
meube-len worden opgezogen, die
daarna weer worden uitgeblazen.
KRAKENDE GELUIDEN
Het kan voorkomen dat het toestel
krakende geluiden produceert. Dit
geluid ontstaat door wrijving van het
voorpaneel of andere componenten
die
temperatuurstijgingen.
Als het lijkt alsof het toestel een defect vertoont, controleert u onderstaande punten
voordat u de onderhoudsdienst belt.
ALS HET TOESTEL NIET FUNCTIONEERT
Controleer of de circuitonderbreker is geactiveerd of de zekering is gesprongen.
ALS HET TOESTEL DE KAMER NIET VOLDOENDE KOELT (OF VERWARMT)
Controleer de filters. In-
dien vuil, reinigen.
Controleer of ramen en
deuren goed gesloten
zijn.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
is
bezig
met
uitzetten
door
Controleer de luchtinlaat
en de luchtuitlaat van
de buiten-unit op ob-
structies.
Een groot aantal men-
sen in de kamer kan er
de oorzaak van zijn dat
de gewenste tempera-
tuur niet bereikt wordt.
SUIZENDE GELUIDEN
Het zachte, suizende geluid is het geluid van de
koelvloeistof die door het toestel stroomt.
WATERDAMPEN
• In de functies KOELEN en DROGEN zijn soms
wat waterdampen bij de luchtuitlaat zichtbaar,
hetgeen wordt veroorzaakt door het verschil tussen
de kamertemperatuur en de tempe-ratuur van de
lucht die door het toe-stel wordt uitgeblazen.
• In de functie VERWARMEN kunnen tijdens het
ontdooien soms wat water-dampen worden
uitgestoten. (Alleen bij de model AY-M09AE)
DE EENHEID WERKT NIET IN DE GEWENSTE
STAND (Model AY-M09AE)
• Wanneer één indoor-eenheid in de stand
KOELEN staat, is het niet mogelijk om de stand
VERWARMEN van de andere indoor-eenheid in
te schakelen. (De BEDRIJF-indicator (
op, maar de BEZIG-indicator (
knipperen en de eenheid begint niet met
VERWARMEN.)
• Wanneer één indoor-eenheid in de stand
VERWARMEN staat, is het niet mogelijk om de
stand KOELEN of DROGEN van de andere in-
door-eenheid in te schakelen. (De BEDRIJF-indi-
cator (
) licht op, maar de BEZIG-indicator
(
) begint te knipperen en alleen de ventilator
begint te draaien.)
Controleer of de thermo-
staat op de juiste stand
is ingesteld.
Controleer de kamer op
de aanwezigheid van
toestellen die warmte af
kunnen geven.
N-15
) licht
) begint te