ONDERHOUD
Trek de stekker uit het stopcontact of verwijder de circuitonderbreker voordat u
enige onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
DE FILTERS REINIGEN
1
2
TOESTEL EN AFSTANDSBEDIENING REINIGEN
• Reinig het toestel en de afstandsbediening met een zachte doek.
• Giet of mors er geen water op. Dit kan schokgevaar opleveren en de apparatuur
beschadigen.
• Gebruik nooit heet water, verfverdunner, schuurmiddelen of agressieve oplosmid-
delen.
ONDERHOUD NA
SEIZOENSGEBRUIK
1
Stel het toestel ongeveer een halve
dag in werking in de functie VENTI-
LEREN, zodat alle mechanismen goed
kunnen drogen.
2
Schakel het toestel uit en trek de stek-
ker uit het stopcontact. Als u een cir-
cuitonderbreker alleen voor de aircon-
ditioner heeft, kunt u die verwijderen.
3
Reinig de filters en plaats ze terug.
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
2
3
3
1
De luchtfilters dienen elke twee weken gereinigd te worden.
1
SCHAKEL HET TOESTEL UIT
2
VERWIJDER DE FILTERS
1 Open het voorpaneel.
2 Druk de filters iets omhoog om ze te ontgrendelen.
3 Trek de filters omlaag en verwijder ze.
3
REINIG DE FILTERS
Verwijder stof met behulp van een stofzuiger. Als
de filters erg vuil zijn, kunt u ze wassen met warm
water en een mild reinigingsmiddel. Droog de fil-
ters in de schaduw voordat u ze terugplaatst.
4
PLAATS DE FILTERS TERUG
1 Plaats de filters in de oorspronkelijke stand
terug.
2 Sluit het voorpaneel.
3 Druk het midden van het voorpaneel stevig
aan om het paneel te vergrendelen.
ONDERHOUD VOOR
SEIZOENSGEBRUIK
1
Controleer of de luchtfilters schoon
zijn.
2
Controleer of er geen obstructies in
de luchtinlaat en luchtuitlaat zitten.
3
Inspecteer af en toe de bevestiging
van de buiten-unit en controleer of hij
goed vast zit.
N-14