Montagehandleiding
8
Storingen
8.1
Storingen van de motor
Tabel 8.1: Storingstabel
Storing
Mogelijke oorzaak
Motor start niet
Toevoerleidingen
onderbroken
Zekering door
motorbeveiliging is
geactiveerd
Motor draait in de
Encoder-instelling verkeerd
verkeerde richting
Ingangsfasefout
Brandlucht
Set-upparameters van de
controller zijn verkeerd
Koelsysteem werkt niet
correct
Controller-instelling past niet
bij de motor-parameters
Storing van de
Motorfase verkeerd
communicatie
aangesloten
De motor bromt en heeft
Rotor geblokkeerd
een hoog
Rem geblokkeerd
stroomverbruik
Storing op encoderkabel
Probleem met motor-isolatie
Motor warmt te veel op
Controller-instelling verkeerd
(meet de temperatuur)
Overbelasting
Onvoldoende koeling
Te hoge
omgevingstemperatuur
Nominale modus
overschreden,
bijv. door te lange
inschakelduur
Lagerschade
Probleem bij centrering van
Onnatuurlijke wrijvingsge-
de motor
luiden of wrijvingsmoment
Vervuiling van de luchtspleet
te hoog
8.2
Storingen tijdens het bedrijf met aandrijfversterker
Tijdens het bedrijf van de torquemotor met aandrijfversterker kunnen ook de in 8.1 Storingen
van de motor beschreven storingen optreden. De betekenis van de storingen die zich voordoen
alsook van de aanwijzingen om deze te verhelpen, vindt u in de montagehandleiding van de
betreffende aandrijfversterker.
Torquemotor DMR
Oplossing
Aansluitingen controleren, stekkercontacten
kunnen ingedrukt zijn, indien nodig corrigeren.
De stekkers zijn voorzien van een afdichting,
zodat een bepaalde schroefweerstand moet
worden overwonnen!
Controleer de motorbeveiliging op de juiste
instelling, indien nodig de fout verhelpen
Instellingen controleren
2 fasen van de motor kruisen
1. Controller-instellingen controleren
2. Koelsysteem controleren
Aandrijfversterker controleren, streefwaarde
controleren
Motor op soepele loop controleren
Luchtdruk of voedingsspanning controleren
Encoderkabel controleren
Weerstandswaarden controleren
> 50 MΩ (fase/aarde en fase/sensor)
Controller-instellingen controleren
Vermogensmeting uitvoeren, evt. grotere motor
gebruiken of belasting reduceren
Koelluchttoevoer corrigeren of koelluchtwegen
vrijmaken, indien nodig externe ventilator
achteraf inbouwen
Houd rekening met het toegestane
temperatuurbereik
Nominale modus van de motor aan de vereiste
bedrijfsomstandigheden aanpassen
Lager controleren
Inbouw controleren
Verontreinigingen verwijderen
DMR-01-0-NL-2110-MA
Storingen
Pagina 30 van 36