90
Verschillende opnamemethoden
Een AF-kadermodus selecteren
Opnamemodus
Het AF-kader geeft aan op welk gebied in de beeldcompositie de
camera scherpstelt. U kunt het AF-kader op de volgende manieren
instellen.
FlexiZone
1
Selecteer [AF Frame].
1. Druk op de knop
2. Gebruik in het menu [
of
selecteren.
Zie Beschikbare functies per opnamemodus
*
U kunt de positie van een gezicht automatisch
laten detecteren en deze gegevens gebruiken
om de scherpstelling en de belichting* in te
stellen tijdens het maken van opnamen.
Bovendien wordt het onderwerp gemeten,
Gezicht
zodat het gezicht op de juiste wijze wordt
det.
belicht wanneer de flitser wordt geactiveerd.
Als er geen gezicht wordt gedetecteerd, wordt
de opname gemaakt met [AiAF].
* Alleen in de modus voor meervlaksmeting
(pag.
De camera kiest automatisch een van de
AiAF
9 AF-kaders om de opname scherp te stellen
op basis van de opnameomstandigheden.
De camera plaatst het AF-kader in het
Centrum
midden. Dit is handig omdat u de opname
precies op de juiste plaats kunt scherpstellen.
Opnamemodus:
De camera stelt scherp vanaf een AF-kader
dat u selecteert. Dit is handig omdat u precies
op het onderwerp kunt scherpstellen.
.
om [AF Frame] te
*
Kan niet worden ingesteld in de modus
102).
/
] de knop
(pag. 200).
/
/
.