112
Verschillende opnamemethoden
De timing van de flitser aanpassen
Opnamemodus
De flitser flitst meteen nadat de sluiter wordt geopend,
1e gordijn
ongeacht de sluitertijd. Meestal wordt bij het maken van
opnamen het 1e gordijn gebruikt.
De flitser flitst vlak voordat de sluiter wordt gesloten.
Vergeleken met het 1e gordijn, flitst de flitser later. Dit biedt u
2e gordijn
de mogelijkheid om opnamen te maken waarin bijvoorbeeld
de achterlichten van een auto een lichtspoor maken.
1
Selecteer [Flits Sync].
1. Druk op de knop
2. Gebruik in het menu [
of
selecteren.
2
Accepteer de instelling.
1. Gebruik de knop
[1e gordijn] of [2e gordijn] te selecteren.
2. Druk op de knop
Opname gemaakt met de
instelling 1e gordijn
Zie Beschikbare functies per opnamemodus
.
om [Flits Sync] te
of
om
.
] de knop
Opname gemaakt met de
instelling 2e gordijn
(pag. 200).