Deze aansluiting wordt uitgevoerd met de stopschroef
gemarkeerd
, die op de buitenkant zit, dichtbij de ingang
van de voedingskabel.
De equipotentiaaldraad moet een minimale doorsnede
hebben van 10 mm.
2
.
E.6.1.1 Installatie voedingskabel
Om de voedingskabel op de apparatuur aan te sluiten,
gaat u als volgt te werk:
1. Draai de twee schroeven "V" los waarmee het aansluit-
paneel "P"is vastgezet onder het apparaat aan de
linkervoorzijde;
2. Voer de elektriciteitskabel door de kabelkleminlaat "B";
3. Sluit de kabel aan op het aansluitpaneel "A" zoals te zien
is in de onderstaande afbeelding;
4. Zet hem vast met de bijbehorende kabelklem;
5. Monteer het paneel "P" terug en zet hem vast met de
bevestigingsschroeven.
Aansluitpaneel type 1 – voor elektrische modellen
B
Aansluitpaneel type 2 – voor gasmodellen
B
BELANGRIJK
De fabrikant wijst elke verantwoordelijkheid van de
hand als niet wordt voldaan aan de bestaande
normen voor het voorkomen van ongelukken.
PAS OP
Als de spanningskabel beschadigd is,
moet hij vervangen worden door de fabri-
kant, de servicemonteur van de fabrikant
of vergelijkbaar gekwalificeerde personen,
teneinde gevaar te vermijden.
E.6.2
Veiligheidsvoorzieningen
De
apparatuur
is
voorzien
veiligheidsvoorzieningen:
V
A
P
V
A
P
van
de
volgende
Veiligheidszekering
• Deze bevindt zich achter het bedieningspaneel (zie het
elektrische-bedradingsschema). Vervanging:
1. schroef de kap los;
2. vervang de gesprongen zekering door een andere van
hetzelfde type.
het juiste type staat aangegeven op het plaatje van de
zekering.
Veiligheidsthermostaat ovenruimte
• Deze is achter het bedieningspaneel gemonteerd (hand-
matig terug te stellen).
De veiligheidsthermostaat schakelt de stroomvoorziening
naar het convectieverwarmingssysteem uit.
BELANGRIJK
De thermostaat mag alleen door gekwalificeerde
technici teruggesteld worden nadat eerst de
oorzaak van de fout is weggenomen.
Thermisch uitschakelsysteem in ventilatormotor
• Als de ventilatormotor oververhit raakt, gaat het thermische
uitschakelsysteem af en springt de zekering "F1", waardoor
het
apparaat
uitschakelt
bedradingsschema).
1. Neem eerst de oorzaak van de fout weg;
2. Vervang zekering "F1" door een andere van hetzelfde
type;
Ga als volgt te werk om de zekering te vervangen:
– open het bedieningspaneel;
– schroef de kap los;
– vervang de gesprongen zekering door een andere
van hetzelfde type.
Het juiste type staat aangegeven op het plaatje van
de zekering.
3. Stel het thermische uitschakelsysteem terug.
LET OP:
Het terugstellen van het thermische uitschakel-
systeem mag uitsluitend door gekwalificeerde
technici worden gedaan.
E.7
Gasaansluiting (voor gasmodellen)
E.7.1
Algemene informatie
PAS OP
Zorg ervoor dat het apparaat geschikt is
voor de gasvoeding waarop het wordt
aangesloten.
geschikt is voor de gasvoeding, voer dan
een conversie uit volgens de instructies in
paragraaf E.7.4 Aanpassing aan een
andere gassoort.
Verzeker u ervan dat het apparaat
geschikt is voor de beschikbare gassoort.
Raadpleeg het typeplaatje.
Houd u aan alle voorschriften van de
plaatselijke gasleverancier! Een onjuiste
aansluiting
veroorzaken.
• Gasovens zijn niet geschikt voor gebruik in vaartuigen.
• De fitting van de gasaansluiting is geel van kleur.
• Raadpleeg het gasbedrijf alvorens over te gaan tot de
installatie, om te kijken of het geleverde vermogen over-
eenstemt met het geschatte verbruik.
• Alvorens het apparaat aan te sluiten op de gasleidingen,
moet de kunststof bescherming van de gasaansluiting van
het apparaat worden verwijderd.
(zie
elektrische-
Als
het
apparaat
kan
brandwonden
niet
25