PHOTO STORY gebruiken
1
Draai de functieknop naar J.
• Het menu PHOTO STORY wordt weergegeven.
A
B
2
2
Gebruik FG om het thema van de PHOTO STORY te kiezen.
• U kunt voor elk thema verschillende effecten, aantal beelden en beeldverhoudingen
kiezen. U kunt ook het aspect, het deelpatroon en de beeldeffecten van afzonderlijke
beelden wijzigen.
Variaties wijzigen
E
F G H
• U kunt de beeldkleur en het effect rond het frame in elke variatie wijzigen.
• Elk type en elke variatie zorgt voor een andere PHOTO STORY.
3
Druk op Q als u klaar bent met de instelling.
• De monitor schakelt naar de PHOTO STORY-display.
• Het onderwerp van het huidige frame wordt in live view weergegeven.
• Raak een van de gemaskerde frames aan om het gemaskerde frame terug naar het
huidige frame te wijzigen.
4
Leg een beeld vast voor het eerste frame.
• Het beeld dat u hebt vastgelegd, wordt in het eerste
frame weergegeven.
5
Leg een beeld vast voor het volgende frame.
• Bekijk het onderwerp en leg het vast voor het
volgende frame.
• Druk op om het beeld in het vorige frame te
annuleren en leg het beeld opnieuw vast.
• Raak een frame aan om het beeld er in te annuleren
en leg het beeld opnieuw vast.
34 NL
Standaard
Leuke beelden
Oorspronkelijke PHOTO STORY
PHOTO STORY met andere effecten en beeldverhoudingen dan de
oorspronkelijke PHOTO STORY.
Het aantal beelden en de schikking van de beeldgebieden kunnen voor elk
PHOTO STORY-type worden gewijzigd.
Standard
1
1
2
ISO-A
200
250
250
F5.0 0.0
0.0
1
ISO-A
200
250
250
F5.0 0.0
0.0
1
Vastgelegd beeld
Volgend frame (Live view-
weergave)
1023
1023
1023
1023