Navigatortoets
U gebruikt de Navigator-toets als een snelkoppeling naar verschillende functies,
afhankelijk van de toestand van Navigator wanneer u de toets gebruikt.
• Als Navigator niet is geactiveerd, start u de toepassing met de Navigator-toets.
• Als u Navigator op het scherm ziet zonder dat de huidige positie wordt
weergegeven, verplaatst u de kaart naar de huidige positie met de
Navigator-toets.
• Als Navigator op de voorgrond actief is en de huidige positie wordt
weergegeven, opent u met de Navigator-toets de navigatiefunctie.
• Als Navigator op de achtergrond wordt uitgevoerd en u op de Navigator-toets
drukt, wordt de toepassing op het scherm weergegeven en gaat deze naar de
GPS-positie op de kaart.
Sneltoetsen in Navigator
1 - Open de weergave Zoeken.
2 - Verander de indeling van de weergave.
3 - Schakel tussen dag- en nachtkleuren.
4 - Toon of verberg de voortgangsbalk (alleen tijdens de navigatie).
5 - Toon of verberg de weergave
6 - Schakel tussen 2-D- en 3-D-perspectief.
7 - Open de zoekweergave
8 - Zoom in op de hele kaart.
9 - Zet het geluid aan en uit.
0 - Herhaal de vorige gesproken instructie (alleen tijdens de navigatie).
* of # - Zoom in of op op de kaart. Het minimumniveau is het straatniveau en het
maximumniveau is de wereld.
Blader naar links, rechts, omhoog of omlaag om over de kaart voort te bewegen.
■ Navigeren naar locaties
Als u in Navigator een reismodus wilt definiëren, selecteert u
en
Zo snel
mogelijk,
reisomstandigheden wilt definiëren, selecteert u
Navigatie. Tijdens de navigatie kunt u de reismodus altijd weer veranderen.
GPS
Vrije
tekst.
Zo kort mogelijk
of Voetganger. Als u gedetailleerdere
informatie.
Opties
Opties
>
Reismodus
>
Instellingen
>
31