Wanneer u instelt op intelligente automatische functie
•
Wanneer intelligente automatische functie geselecteerd is in stap
beeldopname die bij het onderwerp of opnamesituatie hoort uitgevoerd worden.
∫ Scènedetectie
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in
kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn
gewoonlijke rode kleur.
>
[i-PORTRET]
¦
[i-LANDSCHAP]
[i-ZACHT LICHT]
[i-MACRO]
•
[ ¦ ] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen
ingesteld zijn.
•
Wanneer [
] geselecteerd is, vindt het toestel automatisch het gezicht van een persoon, en
zullen de focus en de belichting afgesteld worden. (Gezichtsdetectie)
Aantekening
•
Raadpleeg
P46
voor instellingen in de Intelligente automatische functie.
•
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
–
Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De afstand tot het onderwerp, Het contrast van het onderwerp, Wanneer het
onderwerp beweegt
–
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, In omstandigheden met weinig
licht, Als de camera heen en weer wordt geschud, Als de zoom wordt gebruikt
•
Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
Gevorderd (Opname van beelden)
- 111 -
2
, kan bewegend
(P137)