N
TRANSPARANT-
EN
INSTEEKVELLEN
1
4
7
ACC.#-C
C
Downloaded from:
http://www.usersmanualguide.com/
OK
BOEKKOPIE
2
3
5
6
8
9
C
0
P
CA
Druk op de "OK" toets.
5
Maak alle andere gewenste kopieerinstellingen en voer
6
het gewenste aantal te maken kopieën in met behulp van
de cijfertoetsen.
De functies die op het hoofd-kopieerapparaat zijn ingesteld
●
zullen door beide kopieerapparaten worden gebruikt. (de
instellingen op het sub-kopieerapparaat worden genegeerd)
(1) Van de volgende key-operator-programma's hebben de
instellingen op het hoofd-kopieerapparaat voorrang:
Belichting
Standaardinstelling voor de kantlijnverschuiving,
Standaardbreedte
Standaardinstellingen instellen, Nietpositie instellen,
Datumformaat instellen, Datum en tijd instellen, en
Omslagenfunctie uitschakelen.
(2) Van de volgende key-operator-programma's moeten de
instellingen op het hoofd-kopieerapparaat en het sub-
kopieerapparaat identiek zijn:
Dubbelzijdige kopieerfunctie uitschakelen en Nieteenheid
uitschakelen.
(3) Van het volgende key-operator-programma kan de instelling
alleen op het hoofd-kopieerapparaat worden gemaakt:
Automatisch instellen van papierformaat uitschakelen.
(4) In het geval van andere key-operator-programma's dan
hierboven zijn genoemd, mogen de instellingen op het hoofd-
kopieerapparaat en het sub-kopieerapparaat verschillend zijn,
zelfs wanneer de tandem-kopieerfunctie in werking is.
Controleer dat kopieerpapier van hetzelfde formaat als
7
is ingesteld op het hoofd-kopieerapparaat, is bijgevuld
in het sub-kopieerapparaat.
Kopieerpapier van hetzelfde formaat en dezelfde
●
plaatsingsrichting moet in de beide kopieerapparaten zijn
bijgevuld. Zelfs als het beeld van het origineel wordt gedraaid
overeenkomstig de plaatsingsrichting van het kopieerpapier in
het hoofd-kopieerapparaat, moet de plaatsingsrichting van het
kopieerpapier in het sub-kopieerapparaat hetzelfde zijn als die
in het hoofd-kopieerapparaat.
Druk op de START-toets (
8
kopieerapparaat.
De beelden die het hoofd-kopieerapparaat scant worden in de
●
beide kopieerapparaten opgeslagen. De helft van het aantal te
maken kopieën zal tegelijkertijd op beide kopieerapparaten
gemaakt worden. Als het aantal te maken kopieën oneven is, zal
het hoofd-kopieerapparaat één kopie meer maken dan het sub-
kopieerapparaat.
●
Wanneer de mededeling "CONTROLEER
KOPIEERAPPARAAT." op het hoofd-kopieerapparaat wordt
afgebeeld, is een storing opgetreden in het sub-kopieerapparaat.
Controleer de mededeling op het sub-kopieerapparaat en hef de
storing op.
Als de mededeling "SYSTEEM IS NIET INGESTELD OM
●
TANDEM-OPDRACHTEN UIT TE VOEREN. CODE:XX" op de
mededelingendisplay van het hoofd-kopieerapparaat wordt
afgebeeld, leest u de beschrijvingen die betrekking hebben op
de tandem-kopieerfunctie in het hoofdstuk "OPHEFFEN VAN
STORINGEN" (zie bladzijde 5-15).
●
Om een kopieeropdracht te annuleren nadat deze is begonnen,
drukt u op de TERUGSTEL-toets (
kopieerapparaat.
Om de tandemkopieerfunctie te annuleren, drukt u nogmaals op
●
de "TANDEMKOPIE" toets op het SPECIALE FUNCTIES-scherm
op het hoofd-kopieerapparaat.
TANDEMKOPIE
instellen,
Tonerbesparingsfunctie,
van
wisstrook
) op het hoofd-
CA
instellen,
HET
SUB-
) op het hoofd-
3-45