Gevorderd (Opnamen maken)
• De belichting en de witbalans variëren
afhankelijk van de burstinstellingen.
Wanneer de burstfunctie ingesteld is op
[
], worden ze vast ingesteld op de
waarde voor het eerste beeld.
Wanneer de burstsnelheid ingesteld is op
[
] of [
], worden ze aangepast
telkens als u een opnameopname maakt.
• Als u een bewegend onderwerp volgt in
een landschap, binnenshuis, buitenshuis
enzovoort, waar een groot verschil is
tussen licht en schaduw, kan het even
duren voordat de belichting vastligt. Als u
intussen de burstfucntie gebruikt, kan de
belichting niet erg optimaal zijn.
• Met de zelfontspanner is het aantal
opnamen met de burstfunctie vast
ingesteld op 3.
• De burstfunctie wordt niet geannuleerd
wanneer het toestel uitgezet wordt.
• Wanneer de auto bracket en de
burstfunctie tegelijk ingesteld zijn, zal de
auto bracket voorrang krijgen.
• Wanneer de burstfunctie ingesteld wordt,
wordt de automatische overzichtsfunctie
geactiveerd ongeacht de instelling van het
automatische overzicht. (Het beeld wordt
niet vergroot.) U kunt de automatische
overzichtfunctie niet instellen in het
[SET-UP] menu.
• Wanneer de burstfunctie geactiveerd
wordt, kan [AUDIO OPNAME] niet
gebruikt worden.
• U kunt burst niet instellen in de
eenvoudige opnamefunctie [
[STERRENHEMEL] in de scènefunctie.
[AF ASS. LAMP]
Scherpstellen bij weinig licht wordt
makkelijker
Op [
] drukken om het [OPNAME] functie
MENU
/SET
menu af te beelden en het in te stellen
onderdeel te kiezen. (P58)
Het object verlichten maakt het makkelijker
scherp te stellen wanneer u bij weinig licht
66
VQT1B94
aan het opnemen bent en scherp wilt
stellen, wat moeilijk is bij weinig licht.
• Als de AF-lamp ingesteld
is op [ON], wordt er een
AF-zone afgebeeld met
een grootte die breder is
dan normaal en gaat de
AF-lamp A aan wanneer u de
ontspanknop tot de helft indrukt op
donkere plekken enz.
[ON]
De AF-lamp gaat aan bij weinig
licht. Zodra dit gebeurt, verschijnt
het pictogram van de AF-lamp
[
bereik van de AF-lamp is 1,5 m.
[OFF] De AF-lamp gaat niet aan.
• Voorzichtig zijn met de volgende
handelingen wanneer u de AF-lamp
gebruikt.
– Niet direct in de AF-lamp kijken.
– De AF-lamp niet met uw vingers of
andere voorwerpen bedekken.
• Wanneer u de AF-lamp niet wenst te
gebruiken (b.v. wanneer u opnamen
maakt van dieren op een donkere plek),
de [AF ASS. LAMP] op [OFF] zetten. In dit
geval zal het moeilijker worden scherp te
stellen.
• De instelling voor [AF ASS. LAMP] staat
] en
vast op [ON] in de eenvoudige functie
[
].
• De instelling voor de [AF ASS. LAMP]
staat vast op [OFF] in [ZELFPORTRET]
(P45), [LANDSCHAP] (P46),
[NACHTL. SCHAP] (P46),
[ZONSONDERG.] (P49), [VUURWERK]
(P50), en [LUCHTFOTO] (P50) in de
scènefunctie.
• De begininstelling voor [HUISDIER] (P48)
in de opnamefunctie is [OFF].
] op het scherm. Het effectieve