Gevorderd (Opnamen maken)
∫ De witbalans fijn afstellen [
Gebruik deze functie om de witbalans
handmatig in te stellen.
• Stel de witbalans in op
[
]/[
]/[
]/[
• U kunt de witbalans zelfs gebruiken voor
[ONDER WATER] opnamen.
1 Druk op 3 [
], meerdere keren,
totdat [WB INSTELLEN]
verschijnt en druk dan op 2/1
om de witbalans fijn in te stellen.
WB INSTELLEN
ROOD
SELEC
• 2 [ROOD]: Indrukken wanneer de tint
blauwachtig is.
• 1 [BLAUW]: Indrukken wanneer de tint
roodachtig is.
• Kies [0] om de oorspronkelijke
witbalans weer in te stellen.
2 Op [MENU/SET] drukken om te
eindigen.
• U kunt ook de ontspanknop tot de
helft indrukken om het menu te
sluiten.
• De witbalansaanduiding op het scherm
wordt rood of blauw.
60
VQT1B94
]
]/[
]. (P59)
BLAUW
MENU
EXIT
Over de witbalans
• Als u een opname maakt met de flits, kan
de witbalans niet correct aangepast zijn
als de flits niet sterk genoeg is voor het
object dat u fotografeert.
• De witbalansinstelling blijft opgeslagen,
ook als de camera wordt uitgezet. De
witbalansinstelling voor een bepaalde
opnamefunctie wordt weer [AWB] als u
een andere opnamefunctie kiest.
• De witbalans kan niet worden ingesteld in
de volgende gevallen.
– Simpele functie [
]
– In [LANDSCHAP], [NACHTPORTRET],
[NACHTL. SCHAP], [VOEDSEL],
[PARTY], [KAARSLICHT],
[ZONSONDERG.], [STERRENHEMEL],
[VUURWERK], [STRAND], [SNEEUW],
[LUCHTFOTO] en [ONDER WATER] in
de scènefunctie.
Over het fijn afstellen van de witbalans
• U kunt de witbalans onafhankelijk
nauwkeurig afstellen voor elke
witbalansfunctie.
• De instelling voor het nauwkeurig afstellen
van de witbalans wordt door het beeld
gebruikt wanneer u de flits gebruikt.
• De fijnafstelling van de witbalans blijft ook
opgeslagen als u de camera uitzet.
• Het niveau van de instelling voor het
nauwkeurig afstellen van de witbalans in
[
] keert terug naar [0] wanneer u de
witbalans opnieuw instelt met behulp van
[
].
• U kunt de witbalans niet nauwkeurig
afstellen wanneer [KLEURFUNCTIE]
(P67) is ingesteld op [COOL], [WARM],
[B/W] of [SEPIA].