Gevorderd (Opnamen maken)
De gevoeligheid
aanpassen aan de
beweging van het
opgenomen onderwerp
Het toestel spoort de beweging van het
onderwerp op in de buurt van het midden
van het scherm en zet vervolgens de
optimale ISO-gevoeligheid en sluitertijd in
afhankelijk van de beweging en de
helderheid van het onderwerp.
1 Op [MENU/SET] drukken.
2 Druk op 3/4 om [ISO-LIMIET] te
kiezen en vervolgens op 1.
OPNAME
WITBALANS
ISO
ISO-LIMIET
MAX
ASPECTRATIO
FOTO RES.
KWALITEIT
SELEC
INST.
3 Op 3/4 drukken om het
onderdeel te kiezen en
vervolgens op [MENU/SET]
drukken.
Onderdeel
Instellingen
400
De ISO-gevoeligheid neemt
automatisch toe tot op de
800
ingestelde waarde afhankelijk
van de bewegingen en de
1250
helderheid van een voorwerp.
• Hoe hoger de ingestelde
ISO-gevoeligheid is, hoe minder jitter u
zult hebben. De beeldruis neemt echter
wel toe.
42
VQT1B94
• Golfstoring wordt vermeden wanneer u
• Ruis wordt vermeden wanneer er binnen
/
1
3
AWB
400
AUTO
• Als u de ontspanknop half indrukt,
400
800
1250
800
1250
MENU
• Het focusbereik wordt hetzelfde als de
• Als de flits werkt, neemt de
• Lees P37 voor informatie over het
beelden binnen maakt van een bewegend
onderwerp door de ISO-gevoeligheid te
vergroten en de sluitertijd sneller te
maken.
F2.8
1/125
ISO800
beelden gemaakt worden van een
onderwerp zonder beweging door de
ISO-gevoeligheid te vergroten.
F2.8
1/30
ISO200
verschijnt [
] A. Als u de ontspanknop
helemaal indrukt, verschijnen de sluitertijd
en de ISO-gevoeligheid even.
F2.8
macrofunctie. [5 cm (Breed)/30 cm (Tele)
tot ¶]
ISO-gevoeligheid automatisch toe tot een
maximum van [ISO640]. (Als de hoogste
ISO-gevoeligheid op een andere dan
[ISO400] is ingesteld.)
beschikbare flitsbereik.