GEBRUIK VAN DE KETEL
U moet uw systeem jaarlijks laten onderhouden door
een bevoegd technicus. Bij intensief gebruik van de
ketel is regelmatiger onderhoud dan één keer per jaar
nodig. Raadpleeg daarvoor uw installateur.
Starten van de brander:
In
normale
omstandigheden
automatisch wanneer de temperatuur van de ketel
onder de opgegeven waarde zakt.
INDELING VAN HET BEDIENINGSBORD
De gebruiker heeft geen toegang tot de inwendige onderdelen van
het bedieningsbord.
• Hoofdschakelaar -
Met deze schakelaar kan de HeatMaster®
ketel worden gestart en stilgelegd.
• Regelthermostaat (60 tot 90°C) -
als boiler wordt gebruikt, kan de temperatuur worden ingesteld
tussen 60 en 90°C. Als de HeatMaster® wordt gebruikt als boiler
en als verwarmingsapparaat, dan wordt de thermostaat in principe
afgesteld op 80°C teneinde optimale werkingsomstandigheden te
garanderen.
• Zomer-winterschakelaar -
de verwarmingspomp worden in- en uitgeschakeld (indien
geïnstalleerd).
• Veiligheidsthermostaat met manuele herinschakeling -
temperatuur van de ketel oploopt tot meer dan 103°C, dan wordt deze
veiligheidsinrichting geactiveerd en licht er een speciaal verklikkerlampje
op. Om de ketel opnieuw te starten moet de temperatuur dalen tot
minder dan 60°C. Schroef de kap los, druk de herstartknop in met een
balpen of een gelijkaardig puntig voorwerp en plaats de kap terug. Als
het probleem aanhoudt, legt u de ketel stil en roept u er een technicus
bij.
• Klok met dagprogramma -
HeatMaster® worden geactiveerd/gedeactiveerd in functie van de
tijd. Het werkt op basis van een 24-uurscyclus. De omtrek van de
timer is voorzien van witte staafjes. Elk staafje vertegenwoordigt
15 minuten. Om de klok met dagprogramma in te stellen drukt u
de staafjes die overeenstemmen met de werkingsduur van de ketel
naar buiten.
Herhaling:
Staafje naar binnen
Staafje naar buiten
• Thermo-manometer -
Deze meter geeft de temperatuur van de
HeatMaster® en de druk in de primaire kring aan. De temperatuur
mag niet hoger dan 90 °C oplopen. Als die waarde wordt
overschreden, moet de ketel worden stilgelegd en de instelling van
de thermostaat gecontroleerd. Als het probleem aanhoudt, belt u
best een technicus. De druk mag niet onder 1 bar dalen. Gebeurt dat
toch, lees dan de alinea "Druk van de verwarmingskring" verderop
in dit hoofdstuk.
• Indicatie watergebrek verwarmingskring -
oplicht, moet de primaire kring van de HeatMaster® worden
gevuld of bijgevuld met water Raadpleeg de alinea "Druk" van de
verwarmingskring" verderop in dit hoofdstuk.
4
GEBRUIKERSHANDLEIDING
start
de
brander
Als de HeatMaster® alleen
Met deze schakelaar kan
Als de
Met dit apparaat kan de
= HeatMaster® gedeactiveerd
= HeatMaster® geactiveerd
Als deze indicatie
A1007854 - 664Y5400 • C
Bedieningsbord HeatMaster® 30 N en 60 N
1
3
2
4
1. Indicatie brandervergrendeling
2. Indicatie watergebrek verwarmingskring
3. Verklikker veiligheidsthermostaat
4. Thermo-manometer
5. Regelthermostaat
6. Klok met dagprogramma
7. Veiligheidsthermostaat met manuele herinschakeling
8. Hoofdschakelaar
9. Zomer-winterschakelaar
Bedieningsbord HeatMaster® 70 N en 100 N
1
3
2
4
5
6
7
60
I
90
O
H
8
9
5
6
7
60
90
I
O
H
8
9
NL