3
Druk de ontspanknop half in.
Focusmodus
Focus
Aanduiding voor de
scherpstelling
AF-zone
Geluid
Focusmodus
Focus
Aanduiding voor de
scherpstelling
AF-zone
Geluid
¢1 Wanneer de AF-functie ingesteld is op [
scherpstelling op verkregen wordt tijdelijk afgebeeld kunnen worden tijdens het half
indrukken.
¢2 Er zal een piep te horen zijn wanneer de scherpstelling voor het eerst verkregen
wordt tijdens het half indrukken.
•
Wanneer er onvoldoende helderheid is in [AFC], gelieve dezelfde handeling uitvoeren
als in [AFS]. Hier zal de [AFC] op het scherm geel worden en veranderen naar [AFS].
Aantekening
•
Het bereik van de scherpstelling is anders, afhankelijk van de gebruikte lens.
–
Als de verwisselbare lens (H-FS014042) gebruikt wordt: 0,3 m tot
–
Als de verwisselbare lens (H-FS045200) gebruikt wordt: 1,0 m tot
–
Wanneer de verwisselbare lens (H-PS14042) gebruikt wordt: 0,2 m (Breed tot
brandpuntlengte 20 mm) tot ¶, 0,3 m (brandpuntlengte 21 mm tot Tele) tot ¶
∫ Onderwerp en opnameomstandigheid waarop het moeilijk is scherp te stellen
•
Snelbewegende onderwerpen, extreem helderen onderwerpen of onderwerpen zonder
contrast
•
Wanneer u onderwerpen opneemt door ramen of in de buurt van glimmende voorwerpen
•
Wanneer het donker is of wanneer er zich beeldbibber voordoet
•
Wanneer het toestel zich te dicht bij het onderwerp bevindt of wanneer u een beeld maakt van
zowel onderwerpen ver weg als onderwerpen dichtbij
Basiskennis
Wanneer er
scherpgesteld is op het
object
A Aan
B Groen
Biept 2 keer
Wanneer er
scherpgesteld is op het
object
A Aan
¢1
B Groen
¢2
Biept 2 keer
], zou de eerste AF-zone waar de
- 34 -
A
B
AFS
Wanneer er niet
scherpgesteld is op het
object
Knippert
—
—
AFC
Wanneer er niet
scherpgesteld is op het
object
Knippert of Uit
—
—
¶
¶