Het functiemenu [OPNAME] gebruiken
Voor details over [OPNAME] functiemenu,
•
[FOTOSTIJL], [FOCUSFUNCTIE], [MEETFUNCTIE], [INT.DYNAMIEK] en [DIG. ZOOM] maken
onderdeel uit van zowel het [OPNAME] functiemenu als [BEWEGEND BEELD] functiemenu.
Het veranderen van deze instellingen in één van deze menu's wordt weerspiegeld in het
andere menu.
Stelt de kleur en de beeldkwaliteit in die bij het onderwerp passen.
Toepasbare functies:
[STANDAARD]
¢1
[LEVENDIG]
¢1
[NATUURLIJK]
[ZWART-WIT]
¢1, 2
[LANDSCHAP]
¢1, 2
[PORTRET]
¢1
[CUSTOM]
¢1 Dit wordt uitgeschakeld als Intelligent Auto Modus of Scènemodus geselecteerd is.
¢2 Kleur en beeldkwaliteit zijn ongeveer dezelfde als de [LANDSCHAP] en [PORTRET] in
Scènefuncties, maar de beeldkwaliteit kan naar wens afgesteld worden met [FOTOSTIJL].
Opnemen
[FOTOSTIJL]
Dit is de standaard instelling.
De opname wordt scherper.
De opname wordt zachter.
Enkelvoudige kleurinstelling.
Instelling voor het opnemen van een vergezicht met kleuren die
lijken op wat u ziet.
Instelling om een mens te vergroten en een goede huidskleur te
benadrukken.
Gebruik de instelling die u van tevoren registreert.
- 123 -
P56
raadplegen.